Sophie

Sophie

distrib > Mageia > 1 > i586 > by-pkgid > 08b30cc2b3fe145142885cb0e54a8738 > files > 899

kde-l10n-nl-4.6.5-0.mga1.noarch.rpm

<chapter id="configure">

<chapterinfo>
<authorgroup>
<author
><firstname
>Daniel</firstname
> <surname
>Naber</surname
> <affiliation
><address
> <email
>daniel.naber@t-online.de</email>
</address
></affiliation>
</author>
<author
><firstname
>David</firstname
> <surname
>Rugge</surname
> <affiliation
><address
> <email
>davidrugge@mediaone.net</email>
</address
></affiliation>
</author>
<author
><firstname
>Marc</firstname
> <surname
>Mutz</surname
> <affiliation
><orgname
>Klar&auml;lvdalens Datakonsult AB</orgname
> <address
> <email
>mutz@kde.org</email
> </address
> </affiliation>
</author>
<author
><firstname
>Michel</firstname
> <surname
>Boyer de la Giroday</surname
> <affiliation
><address
> <email
>michel@kdab.net</email>
</address
></affiliation>
</author>
&Niels.Reedijk;&Tom.Albers;&Rinse.Devries;&Rijk.van.Wel;&Sander.Koning;&Natalie.Koning;&Freek.de.Kruijf; 
</authorgroup>
<date
>2004-07-13</date>
<releaseinfo
>1.7</releaseinfo>
</chapterinfo>

<title
>&kmail; instellen</title>

<sect1 id="configure-generalinfo">
<title
>Algemene informatie</title>

<para
>Het dialoogvenster "Instellingen" van &kmail; geeft de mogelijkheid om &kmail; op vele manieren aan te passen. Dit dialoogvenster wordt geopend wanneer u het menu <menuchoice
><guimenu
>Instellingen</guimenu
><guimenuitem
>&kmail; instellen...</guimenuitem
></menuchoice
> kiest.</para>

<para
>Aan de linkerkant staan zes pictogrammen onder elkaar die de groepen vertegenwoordigen waarin de instellingen van &kmail; zijn ingedeeld. Dit hoofdstuk zal de instellingen per groep nader toelichten.</para>

<para
>Het dialoogvenster heeft verschillende knoppen:</para>

<variablelist>
<varlistentry>
<term
><guibutton
>Help</guibutton
></term>
<listitem
><para
>Klik op deze knop om de bijbehorende documentatie te openen.</para
></listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guibutton
>Standaard</guibutton
></term>
<listitem
><para
>Klik hierop om de instellingen van de huidige pagina terug te zetten naar de oorspronkelijke waarden.</para
></listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guibutton
>Profiel laden...</guibutton
></term>
<listitem
><para
>Klik op deze knop om in één keer verschillende instellingen aan te passen. Dit kan een goed uitgangspunt zijn, zodat er minder instellingen met de hand hoeven te worden gemaakt.</para
></listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guibutton
>Beginwaarde</guibutton
></term>
<listitem
><para
>Klik op deze knop om alle wijzigingen, sinds de laatste keer dat u de instellingen hebt opgeslagen, ongedaan te maken.</para
></listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guibutton
>OK</guibutton
></term>
<listitem
><para
>Klik op deze knop om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.</para
></listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guibutton
>Toepassen</guibutton
></term>
<listitem
><para
>Klik op deze knop om de instellingen op te slaan, maar het venster niet te sluiten.</para
></listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guibutton
>Annuleren</guibutton
></term>
<listitem
><para
>Klik op deze knop om het venster te sluiten zonder de gemaakte wijzigingen op te slaan.</para
></listitem>
</varlistentry>
</variablelist>

</sect1>

<sect1 id="configure-identity">
<title
>Identiteiten</title>

<para
>Een korte handleiding voor dit gedeelte is te vinden in het hoofdstuk <link linkend="getting-started"
>Hoe te beginnen</link
>.</para>

<para
>Op dit tabblad kunt u meerdere <emphasis
>identiteiten</emphasis
> instellen. Een identiteit is een verzameling van e-mailadres, naam, organisatie en andere instellingen. Zo is het mogelijk een identiteit te maken voor de zakelijke e-mail en een andere voor de persoonlijke e-mail. Bij elk e-mailbericht kan aangegeven worden welke identiteit gebruikt moet worden, zodat de bijbehorende instellingen gebruikt worden.</para>

<para
>Het tabblad toont de verschillende identiteiten, geeft de mogelijkheid nieuwe aan te maken en bestaande identiteiten te wijzigen of te verwijderen. Ook is er de mogelijkheid om een <guilabel
>standaard</guilabel
>-identiteiten te selecteren.</para>

<para
>Een nieuwe identiteit kan worden aangemaakt door op de knop <guibutton
>Toevoegen...</guibutton
> te klikken. Het dialoogvenster <link linkend="configure-identity-newidentitydialog"
>Nieuwe identiteit</link
> zal dan verschijnen.</para>

<sect2 id="configure-identity-newidentitydialog">
<title
>Het dialoogvenster <guilabel
>Nieuwe identiteit</guilabel
></title>

<para
>In dit dialoogvenster kan de naam van de <guilabel
>nieuwe identiteit</guilabel
> worden opgegeven. Dit is de naam die in de lijst van identiteiten gebruikt zal worden.</para>

<para
>Met de drie keuzemogelijkheden die worden gegeven kunt u aangeven wat het uitgangspunt voor deze identiteit moet zijn:</para>

<variablelist>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Met lege velden</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Er zullen geen instellingen gemaakt worden. Dit betekent dat alle velden leeg gelaten worden of dat er een standaardwaarde gekozen wordt.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Instellingen uit Configuratiecentrum gebruiken</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Gebruikt de waarden uit <menuchoice
><guimenu
>Accountdetails</guimenu
> <guimenuitem
>Wachtwoord &amp; gebruikersaccount</guimenuitem
></menuchoice
> in de categorie &systemsettings; <guilabel
>Uiterlijk en gedrag van programma</guilabel
>.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Bestaande identiteit dupliceren</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Bij deze optie wordt er uitgegaan van de instellingen van een bestaande identiteit. Geef aan welke identiteit als basis moet dienen voor de nieuwe identiteit.</para>
</listitem>
</varlistentry>

</variablelist>

</sect2>

<sect2 id="configure-identity-general">
<title
>Algemeen</title>

<para
>Op het tabblad <guilabel
>Algemeen</guilabel
> kunnen enkele algemene gegevens voor de identiteit worden opgegeven.</para>
<variablelist>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Uw naam</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Vul hier de naam in die als afzender zal worden gebruikt. Alhoewel dit veld niet verplicht is, is het wel aan te bevelen om hier de naam die bij dit profiel gebruikt moet worden in te vullen.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Organisatie</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Vul hier de naam van de organisatie in. Dit veld is optioneel.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>E-mailadres</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Voer hier uw e-mailadres in, bijvoorbeeld <userinput
>jan@jansen.nl</userinput
>.</para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
<example>
<title
>Voorbeeld</title>
<para
>Dus als het adres <replaceable
>Jan Janssen &lt;jan@janssen.nl&gt;</replaceable
> is, vul dan <userinput
>Jan Janssen</userinput
> in bij het tekstvak <guilabel
>Uw naam</guilabel
> en <userinput
>jan@jansen.nl</userinput
> bij het tekstvak  <guilabel
>E-mailadres</guilabel
>.</para
></example>
</sect2>

    <sect2 id="configure-identity-cryptography">
      <title
>Cryptografie </title>

      <para
>Op het tabblad <guilabel
>Cryptografie</guilabel
> kunt u een &openpgp;- en &smime;sleutel associëren met deze identiteit. Ook kunt u het voorkeursformaat voor de versleuteling opgeven. </para>

      <variablelist>

	<varlistentry id="configure-identity-cryptography-openpgp-sign">
	  <term>
	    <guilabel
>OpenPGP-ondertekeningssleutel</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Hier kunt u de sleutel selecteren die gebruikt moet worden voor het ondertekenen van berichten met &openpgp; en met deze identiteit. </para>
	    <para
>Alleen de verkorte sleutel-id van de geselecteerde sleutel zal worden getoond. Wanneer u de muiswijzer boven de sleutel houdt, zal er meer informatie in een tekstballon verschijnen. </para>
	    <para
>Klik op de knop <guibutton
>Wissen</guibutton
> om het veld te wissen. </para>
	    <para
>Om de sleutel te wijzigen, klikt u op de knop <guibutton
>Wijzigen...</guibutton
>. Een dialoogvenster met alle &openpgp;-sleutels zal worden geopend, hierin kunt u de sleutel kiezen die u wilt gebruiken. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>


	<varlistentry id="configure-identity-cryptography-openpgp-encrypt">
	  <term>
	    <guilabel
>OpenPGP-versleutelingssleutel</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Hier kunt u de &openpgp;-sleutel selecteren die gebruikt zal worden om de berichten die opgesteld worden met deze identiteit te versleutelen. Ook de instellingen bij <xref linkend="configure-security-composing-encrypt-to-self"/> zijn van toepassing. Deze sleutel wordt ook gebruikt bij de functie <xref linkend="composer-attach-attach-my-public-key"/> van de <link linkend="the-composer-window"
>Opsteller</link
>. </para>
	    <para
>Om de sleutel te wijzigen, klikt u op de knop <guibutton
>Wijzigen...</guibutton
>. Een dialoogvenster met alle &openpgp;-sleutels in de sleutelbos zal worden geopend, hierinkunt u de sleutel kiezen die u wilt gebruiken. </para>
	    <para
>U kunt de lijst van sleutels wissen en meer informatie verkrijgen op dezzelfde manier als beschreven is in het gedeelte over <xref linkend="configure-identity-cryptography-openpgp-sign"/>. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>


	<varlistentry id="configure-identity-cryptography-smime-sign">
	  <term>
	    <guilabel
>&smime; ondertekeningscertificaat</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Hier kunt u het certificaat selecteren dat gebruikt zal worden voor het digitaal ondertekenen van &smime;-berichten. </para>
	    <para
>Om het certificaat te wijzigen, klikt u op de knop <guibutton
>Wijzigen...</guibutton
>. Een venster met alle &smime;-certificaten zal worden geopend, hierin  kunt u het gewenste certificaat selecteren. </para>
	    <para
>U kunt de lijst van certificaten wissen en meer informatie verkrijgen op dezelfde manier als beschreven is in het gedeelte over <xref linkend="configure-identity-cryptography-openpgp-sign"/>. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>


	<varlistentry id="configure-identity-cryptography-smime-encrypt">
	  <term>
	    <guilabel
>&smime; versleutelingscertificaat</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Hier kunt u het certificaat selecteren dat gebruikt zal worden voor het versleutelen van &smime;-berichten. Kijk ook even naar de instellingen bij <xref linkend="configure-security-composing-encrypt-to-self"/>. </para>
	    <para
>Om het certificaat te wijzigen, klikt u op de knop <guibutton
>Wijzigen...</guibutton
>. Een dialoogvenster met alle &smime;-certificaten zal worden geopend, hierin kunt u het gewenste certificaat selecteren. </para>
	    <para
>U kunt de lijst van certificaten wissen en meer informatie verkrijgen op dezelfde manier als beschreven is in het gedeelte over <xref linkend="configure-identity-cryptography-openpgp-sign"/>. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-identity-cryptography-preferred-format">
	  <term>
	    <guilabel
>Voorkeursformaat berichtversleuteling</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Hier kunt u aangeven welk berichtversleutelingsformaat de voorkeur heeft. Dit zal standaard gebruikt worden voor berichten die opgesteld worden met deze identiteit. </para>
	    <para
>U kunt één van de vier formaten selecteren die &kmail; ondersteunt of op de instelling <guilabel
>Alles</guilabel
> laten staan, wat wordt aangeraden. Met deze instelling wordt het beste formaat gekozen, gebaseerd op de ontvangers van het bericht. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat er twee verschillende berichten worden verstuurd. Eén ondertekend en/of versleuteld met &smime; en de andere ondertekend en/of versleuteld met &openpgp;. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

      </variablelist>

    </sect2>

<sect2 id="configure-identity-advanced">
<title
>Geavanceerd</title>

<para
>Het tabblad <guilabel
>Geavanceerd</guilabel
> kan gebruikt worden om enkele minder vaak gebruikte instellingen te veranderen.</para>
<variablelist>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Antwoordadres</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Als de ontvanger van een bericht van deze identiteit wil antwoorden, dan zal dat standaard verzonden worden naar het e-mailadres dat is opgegeven op het tabblad <guilabel
>Algemeen</guilabel
>. Indien dat ongewenst is, dan is er de mogelijkheid om dit veld in te vullen. Vermeld hier dus het e-mailadres waar reacties op uw e-mails heen gezonden moeten worden en alleen als dit afwijkt van het e-mailadres op het tabblad <guilabel
>Algemeen</guilabel
>.</para>
<note
><para
>In de praktijk werkt deze instelling vaak erg slecht. Mailinglijsten vervangen dit adres vaak door het adres van de mailinglijst zodat antwoorden ook naar de mailinglijst gaan in plaats van alleen naar de verzender. In een toekomstige versie van het e-mailprotocol kan dit veld wel eens worden opgeheven, maar tot die tijd kan dit veld worden gebruikt.</para
></note>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>BCC-adres</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Vul hier een adres in waarheen een BCC (blinde kopie) van elk bericht verzonden moet worden. Dit wordt overigens alleen gedaan wanneer <menuchoice
><guimenu
>Beeld</guimenu
><guimenuitem
>BCC</guimenuitem
></menuchoice
> geactiveerd is wanneer het bericht wordt opgesteld. Indien u een BCC wilt versturen ongeacht de instelling in het menu "Beeld", dan kunt u dit instellen in het tabblad <guilabel
>Berichtkoppen</guilabel
> in het gedeelte <guilabel
>Bericht opstellen</guilabel
>.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Map voor verzonden berichten</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Selecteer de map waarin de verzonden berichten na het versturen opgeslagen moeten worden wanneer deze identiteit gebruikt wordt. Wanneer u <acronym
>IMAP</acronym
> gebruikt, kunt u het beste een <acronym
>IMAP</acronym
>-map selecteren, zodat de verzonden berichten op de server bewaard worden, in plaats van in een lokale map. Op deze manier kunnen de berichten ook op een andere locatie bekeken worden.</para>

<tip
><para
>Met behulp van <link linkend="filters"
>berichtfilters</link
> kunt u per verzonden bericht bepalen in welke map deze zal worden opgeslagen.</para
></tip>

</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Map voor concepten</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Selecteer de map waarin de concepten opgeslagen moeten worden wanneer deze identiteit gebruikt wordt. Wanneer u <acronym
>IMAP</acronym
> gebruikt kunt u het beste een <acronym
>IMAP</acronym
>-map selecteren, zodat de concepten op de server bewaard worden, in plaats van in een lokale map. Op deze manier kunnen de concepten ook op andere locaties bekeken, aangevuld en verzonden worden.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Speciaal transport</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Hier kunt u een afwijkende SMTP-server aangeven die voor deze identiteit gebruikt moet worden. Indien deze niet in de lijst voorkomt, dan kan deze ook ingevoerd worden.</para>

<note
><para
>Om uit de lijst te kunnen selecteren is het noodzakelijk om deze eerst in te stellen in het gedeelte <link linkend="configure-accounts-sending"
> <guilabel
>Verzenden</guilabel
></link
> van het <link linkend="configure-accounts"
> tabblad<guilabel
>Accounts</guilabel
>.</link
>.</para
></note>
</listitem>
</varlistentry>

</variablelist>
</sect2>

<sect2 id="configure-identity-signature">
<title
>Ondertekening</title>

<para
>Op dit tabblad kunt u een standaard ondertekening activeren. Een ondertekening kan bestaan uit een naam, een lijfspreuk of bijvoorbeeld een bedrijfs-<quote
>disclaimer</quote
>.</para>

<note
><para
>Deze ondertekening heeft niets te maken met de digitale ondertekening zoals eerder op het tabblad <link linkend="configure-identity-cryptography"
>Cryptografie</link
> is aangegeven. In veel e-mailapplicaties wordt dit "handtekening" genoemd. Wij noemen het ondertekening omdat dit de lading beter dekt, maar onthoud wel dat dit dus niets te maken heeft met de digitale ondertekening...</para
></note>

<para
>Indien <guilabel
>Ondertekening activeren</guilabel
> is geselecteerd, is het mogelijk om de ondertekening in te voegen bij nieuwe berichten. Indien dit bij elk bericht automatisch moet gebeuren, dan moet dat apart worden aangegeven in het gedeelte <guilabel
>Bericht opstellen</guilabel
>.</para>

<para
>&kmail; kan de ondertekening halen uit een bestand, uit een commando of uit een vrij tekstveld. De traditionele manier is om de ondertekening uit een <filename
>.signature</filename
> -bestand te halen uit uw persoonlijke map. Op deze manier kan dezelfde ondertekening in meerdere programma's gebruikt worden.</para>

<para
>Bij de optie om de ondertekening uit een bestand te halen, kunt u de naam van het bestand invoeren of op het pictogram naast het veld klikken, zodat u naar het bestand kunt bladeren. Klik op de knop <guilabel
>Bestand bewerken</guilabel
> om de tekst in het bestand te wijzigen.</para>

<para
>&kmail; kan ook de ondertekening genereren door het uitvoeren van een commando. Op deze manier is het mogelijk om een steeds wisselende ondertekening te gebruiken. <command
>Fortune</command
> is hier een mooi voorbeeld van, maar ieder commando dat het resultaat naar <acronym
>stdout</acronym
> stuurt is bruikbaar.</para>

<para
>Bij de optie om als ondertekening de uitvoer van een commando te gebruiken, selecteert u de optie <guilabel
>Commando specificeren</guilabel
>. Geef bij voorkeur het volledige pad naar het commando op.</para>

<para
>Als derde optie is er de mogelijkheid om de ondertekening binnen &kmail; in te voeren. Nadat u deze optie hebt geselecteerd verschijnt er een tekstvak waar u de ondertekening kunt intypen.</para>

<note
><para
>Op internet is het gebruikelijk om de ondertekening door middel van de volgende drie lettertekens te scheiden van het e-mailbericht: <quote
>-- </quote
> (twee streepjes en een spatie). &kmail; zal de ondertekening automatisch beginnen met deze lettertekens indien deze niet voorkomen in de ondertekening.</para>
<para
>Indien deze scheiding ongewenst is aan het begin van de ondertekening, voeg de scheidingstekens dan toe op de plaats waar ze wel gewenst zijn.</para>
</note>

</sect2>

</sect1>

<sect1 id="configure-accounts">
<title
>Accounts</title>

<para
>Een korte handleiding voor dit gedeelte is te vinden in het hoofdstuk <link linkend="setting-up-your-account"
>Een account instellen</link
>.</para>

<para
>In dit gedeelte kunt u één of meer <emphasis
>accounts</emphasis
> aanmaken. Een account is een combinatie van mailserver, inloggegevens en andere instellingen. Gebruikelijk is om één inkomend account (voor binnenkomende e-mail) aan te maken en één account voor de uitgaande e-mail (voor de e-mail die verstuurd wordt). Het is uiteraard toegestaan om meerdere accounts aan te maken en het account aan verschillende <link linkend="configure-identity"
>identiteiten</link
> te koppelen of per e-mailbericht aan te geven welk account gebruikt moet worden.</para>

<sect2 id="configure-accounts-sending">
<title
>Verzenden</title>

<para
>Op het tabblad <guilabel
>Verzenden</guilabel
> kunt u uitgaande mailservers configureren en instellingen maken die daarmee samenhangen.</para>

<para
>Voor de basisinstellingen verwijzen wij naar het gedeelte <link linkend="receiving-mail"
>Een account instellen: Verzenden</link
>.</para>

<para
>Wanneer u op de knop <guibutton
>Toevoegen...</guibutton
> of <guibutton
> Wijzigen..</guibutton
> klikt, wordt respectievelijk het venster <guilabel
>Transport toevoegen</guilabel
> of <guilabel
>Transport wijzigen</guilabel
> geopend. Voor het versturen van berichten via het <command
>sendmail</command
>-programma, kan de naam en de locatie van het programma aangegeven worden. Voor het versturen van berichten via <acronym
>SMTP</acronym
> kunnen de <guilabel
>Naam</guilabel
>, de <guilabel
>Uitgaande mailserver</guilabel
> en de <guilabel
>Poort</guilabel
> van de server aangegeven worden. In het gedeelte <guilabel
>Server vereist authenticatie</guilabel
> kunt u een <guilabel
>Gebruikersnaam</guilabel
> en <guilabel
>Wachtwoord</guilabel
> opgeven. Op het tabblad <guilabel
>Geavanceerd</guilabel
> kunt u ook de <guilabel
>Authenticatiemethode</guilabel
> selecteren. Indien onbekend is welke beveiligingsinstellingen door de server ondersteund wordt, kunt u dit testen door op de knop <guibutton
>Ondersteuning van de server controleren</guibutton
> te klikken.</para>

<para
><guilabel
>Verzending bevestigen</guilabel
> zorgt ervoor dat er voor elk  verzonden bericht een extra bevestiging wordt gevraagd.</para>

<para
>Bij <guilabel
>Berichten in "postvak uit" verzenden</guilabel
> kunt u aangeven wanneer de te verzenden berichten die klaarstaan in het "postvak uit" verzonden moeten worden:</para>
<variablelist>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Nooit automatisch</guilabel
></term>
<listitem
><para
>Berichten in "postvak uit" worden alleen verzonden wanneer u het menu <menuchoice
><guimenu
>Bestand</guimenu
><guimenuitem
>Berichten verzenden</guimenuitem
></menuchoice
> kiest.</para
></listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Bij handmatige berichtencontroles</guilabel
></term>
<listitem
><para
>Berichten in het "postvak uit" worden alleen verzonden wanneer u handmatig controleert of er nieuwe berichten zijn, bijv. via <menuchoice
><guimenu
>Bestand</guimenu
><guimenuitem
>Berichten ophalen</guimenuitem
></menuchoice
>. Uiteraard is het ook mogelijk de berichten te versturen door het menu <menuchoice
> <guimenu
>Bestand</guimenu
><guimenuitem
>Berichten verzenden</guimenuitem
></menuchoice
> te kiezen.</para
></listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Bij alle berichtencontroles</guilabel
></term>
<listitem
><para
>Berichten in het "postvak uit" worden verzonden nadat er, op welke manier dan ook, gecontroleerd is of er nieuwe berichten zijn. Uiteraard is het ook mogelijk de berichten te versturen door het menu <menuchoice
><guimenu
>Bestand</guimenu
><guimenuitem
>Berichten verzenden</guimenuitem
></menuchoice
> te kiezen.</para
></listitem>
</varlistentry>
</variablelist>

<para
>Bij <guilabel
>Standaardverzendwijze</guilabel
> kunt u instellen wat er gebeurt als een bericht verzonden wordt. Er zijn twee mogelijkheden. De keuze <guilabel
>Nu verzenden</guilabel
> zorgt ervoor dat het bericht direct naar de mailserver wordt verzonden. De keuze <guilabel
>Later verzenden</guilabel
> zorgt ervoor dat het bericht in het "postvak uit" blijft staan totdat er gekozen wordt voor <menuchoice
><guimenu
>Bestand</guimenu
><guimenuitem
>Berichten verzenden</guimenuitem
></menuchoice
> of wanneer er gecontroleerd wordt op nieuwe berichten. Dit laatste hangt uiteraard wel af van de instelling bij <guilabel
>Berichten in "postvak uit" verzenden</guilabel
>.</para>

<para
>De instelling <guilabel
>Standaarddomein</guilabel
> wordt gebuikt om e-mailadressen aan te vullen die geen domeinnaam bevatten. Als er als <guilabel
>Standaarddomein</guilabel
> <replaceable
>kde.nl</replaceable
> is ingevuld en er wordt een bericht gestuurd aan <replaceable
>test</replaceable
>, dan zal het bericht verzonden worden aan <replaceable
>test@kde.nl</replaceable
>.</para>

</sect2>

<sect2 id="configure-accounts-receiving">
<title
>Ontvangen</title>

<para
>Voor de basisinstellingen verwijzen wij naar het gedeelte <link linkend="receiving-mail"
>Een account instellen: Ontvangen</link
>.</para>

<para
>Als u het keuzevakje <guilabel
>Berichten ophalen bij start</guilabel
> selecteert, zal KMail op nieuwe mail controleren zodra KMail gestart wordt.</para>

<para
>In het gedeelte <guilabel
>Notificatie bij nieuwe e-mail</guilabel
> kunt u instellen hoe &kmail; moet laten weten dat er nieuwe e-mail is gearriveerd. Deze instelling is uiteraard alleen van belang indien er bij tenminste één account <guilabel
>Berichtencontrole met interval inschakelen</guilabel
> is ingeschakeld. <guilabel
>Geluidsignaal</guilabel
> zorgt ervoor dat er een kort geluidsignaal klinkt bij elke nieuwe e-mail. Meer geavanceerde notificaties zijn beschikbaar door op <guibutton
>Overige acties</guibutton
> te klikken.</para>

</sect2>

</sect1>

<sect1 id="configure-appearance">
<title
>Uiterlijk</title>

<sect2 id="configure-appearance-fonts">
<title
>Lettertypen</title>

<para
>In dit gedeelte kunt u het lettertype, de tekenstijl en de tekengrootte instellen. Bij <guilabel
>Toepassen op</guilabel
> kunt u voor verschillende vensters van &kmail; verschillende lettertypen kiezen. Zelfs voor <guilabel
>Berichtenveld - datumveld</guilabel
> kan een aparte selectie gemaakt worden, zodat er ten behoeve van de leesbaarheid gekozen kan worden voor een niet-proportioneel lettertype.</para>

</sect2>

<sect2 id="configure-appearance-colors">
<title
>Kleuren</title>

<para
>In dit gedeelte kunt u de verschillende kleuren die binnen &kmail; gebruikt worden aanpassen. <guilabel
>Kleuren hergebruiken bij aanhalingen</guilabel
> houdt in dat bij aangehaalde tekst boven het derde niveau kleuren van de eerste drie niveaus worden (her)gebruikt zodat ook die niveaus goed te herkennen zijn. De <guilabel
>Aangehaalde tekst</guilabel
>-kleuren worden alleen gebruikt bij het bekijken van een bericht, niet bij het opstellen van een bericht. Als u wilt dat mappen die dicht bij hun quota zitten (ruimte toekenning, gebruikelijk in IMAP-servers) in een verschillende kleur worden getoond dan kunt u een percentage specificeren als een drempel hiervoor. De te gebruiken kleur kan ingesteld worden samen met de andere aangepaste kleuren.</para>

</sect2>

<sect2 id="configure-appearance-layout">
<title
>Opmaak</title>

<para
>Als de optie <guilabel
>Sluit berichtenvenster na antwoorden of doorsturen</guilabel
> is geactiveerd, zal KMail het berichtenvenster sluiten na antwoorden of doorsturen van het bericht dat wordt getoond in het venster. Dit is alleen van toepassing op het separate berichtenvenster, niet op het ingebedde berichtenweergave.</para>

<para
>Indien <guilabel
>HTML-statusbalk tonen</guilabel
> geselecteerd is verschijnt er een balk aan de linkerkant van elk bericht waarin zichtbaar is of het bericht een HTML-bericht is of niet. Dit is belangrijk omdat een HTML-bericht er uit kan zien als een bericht dat digitaal ondertekend is met een cryptografische sleutel, terwijl dat niet zo is. De HTML-statusbalk kan niet beïnvloed worden door de HTML-code van het e-mailbericht.</para>

<para
>Bij het <guilabel
>Berichtvoorbeeldvak</guilabel
> bepaalt u of er in het hoofdvenster een vak wordt opgenomen waarin het bericht direct te zien is. U kunt ook aangeven waar dit vak komt te staan.</para>

<para
><guilabel
>Berichtenstructuurweergave</guilabel
> is een venster waarin u kunt kiezen welk deel van een bericht u wilt zien. Een e-mail bestaat vaak uit meerdere gedeelten; platte tekst, HTML en wellicht een aantal afbeeldingen of bijlages. Als u <guilabel
>Nooit weergeven</guilabel
> selecteert, worden de bijlages als pictogrammen weergegeven. <guilabel
>Alleen weergeven voor berichten met meer dan platte ekst</guilabel
> zorgt ervoor dat de structuurweergave alleen in beeld komt als het nuttig is, bijvoorbeeld als het bericht bijlagen of HTML-delen heeft.</para>

</sect2>

<sect2 id="configure-appearance-headers">
<title
>Berichtkoppen</title>

<para
>Indien <guilabel
>Berichtgrootte tonen</guilabel
> is geselecteerd zal er een extra kolom in de berichtenlijst verschijnen met daarin de grootte van het e-mailbericht.</para>

<para
><guilabel
>Crypto-pictogrammen tonen</guilabel
> voegt extra pictogrammen toe aan het <guilabel
>onderwerp</guilabel
>-veld in de berichtenlijst. Er is een pictogram voor berichten die <guiicon
>digitaal ondertekend</guiicon
> zijn en voor berichten die <guiicon
>digitaal versleuteld</guiicon
> zijn. Deze pictogrammen verschijnen echter pas nadat het bericht tenminste één keer geselecteerd is geweest, tot die tijd verschijnen er vraagtekens op deze plaatsen.</para>

<para
><guilabel
>Discussies groeperen</guilabel
> zal alle berichten in de berichtenlijst in een soort van boomstructuur weergeven, zodat reacties op berichten direct onder het bericht komen te staan.</para>

<para
>De instellingen binnen <guilabel
>Opties voor discussiegroepering</guilabel
> bepalen wanneer de boomstructuur van discussies uitgevouwen moet worden weergegeven. Zo kan een discussie altijd uitgevouwen worden weergegeven (<guilabel
>Discussies altijd open houden</guilabel
>). Bij de overige drie opties verschijnen er altijd een plus of een min vóór de berichten om de discussies in- of uit te vouwen.</para>

<para
>In het gedeelte <guilabel
>Datumweergave</guilabel
> bepaalt u de opmaak van de datum. Zo is het mogelijk om te kiezen voor een <guilabel
>Gelokaliseerde opmaak</guilabel
>. Dit is de weergave die aan te passen is onder <guilabel
>Land/regio en taal</guilabel
> in &systemsettings;. Voor meer informatie over de <guilabel
>Aangepaste</guilabel
> opmaak, kunt u op <keycombo action="simul"
>&Shift;<keycap
>F1</keycap
></keycombo
> drukken en vervolgens op de optie <guilabel
>Aangepaste</guilabel
>klikken.</para>

</sect2>

<sect2 id="configure-appearance-systemtray">
<title
>Systeemvak</title>

<para
>Als u systeemvaknotificatie inschakelt, wordt er een klein &kmail;-pictogram met het aantal ongelezen berichten weergegeven in het systeemvak. Bij <guilabel
>Systeemvakmodi</guilabel
> kunt u instellen of het pictogram altijd in het systeemvak weergegeven moet worden, of alleen als er nieuwe berichten zijn.</para>

<para
>Als het pictogram zichtbaar is kunt u het hoofdvenster van &kmail; minimaliseren en maximaliseren door er op te klikken. Als u met de <mousebutton
>rechter</mousebutton
>muisknop op het pictogram klikt, verschijnt een klein menu, waarin u kunt kiezen om te controleren op nieuwe berichten, berichten op te stellen, of &kmail; af te sluiten. In het submenu <guilabel
>Nieuwe berichten in</guilabel
> staat een lijst van mappen die ongelezen berichten bevatten. Door op een map te klikken, wordt deze geopend in &kmail;. </para>

</sect2>

<!-- fixme?: date + less than/greater than broken in kmail? -->
<!-- fixme?: "group" wording in program -->

</sect1>

  <sect1 id="configure-composer">
    <title
>Opsteller </title>

    <sect2 id="configure-composer-general">
      <title
>Algemeen </title>

      <variablelist>
	<varlistentry id="configure-composer-general-append-signature">
	  <term>
	    <guilabel
>Automatisch handtekening toevoegen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als dit keuzevakje geselecteerd is, wordt uw handtekening (ingesteld in <link linkend="configure-identity-signature"
>identiteiten</link
>) automatisch aan het eind van uw berichten geplaatst. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>
	<varlistentry id="configure-composer-general-smart-quoting">
	  <term>
	    <guilabel
>Intelligente aanhalingen gebruiken</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als dit keuzevakje geselecteerd is zullen lange regels afgebroken worden, waarbij het <quote
>&gt;</quote
>-teken wel altijd aan het begin van de regel blijft staan. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>
  <varlistentry id="configure-composer-general-quote-selection-only">
    <term>
      <guilabel
>Alleen geselecteerde tekst aanhalen bij het antwoorden</guilabel>
    </term>
    <listitem>
      <para
>Indien geactiveerd, zal &kmail; bij antwoorden alleen de geselecteerde tekst in het berichtenvenster aanhalen, in plaats van het complete bericht. Hiermee is het mogelijk om snel antwoorden te maken waarin alleen de relevante paragraaf waarop u wilt antwoorden wordt aangehaald en de andere paragrafen die niet relevant in de context worden weggelaten. </para>
    </listitem>
  </varlistentry>
  <varlistentry id="configure-composer-general-strip-signatures">
    <term>
      <guilabel
>Ondertekening verwijderen bij antwoorden</guilabel>
    </term>
    <listitem>
      <para
>Indien geactiveerd, zal &kmail;, bij antwoorden op een bericht, de handtekening weglaten uit de aangehaalde tekst. Dit is nuttig omdat het de hoeveelheid aangehaalde tekst vermindert, zodat het lezen van het antwoord gemakkelijker is. </para>
    </listitem>
  </varlistentry>
	<varlistentry id="configure-composer-general-auto-request-mdns">
	  <term>
	    <guilabel
>Automatisch bevestigingen voor ontvangst en gelezen verzoeken</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als u dit keuzevakje selecteert, wordt de optie <xref linkend="composer-options-request-mdn"/> standaard <emphasis
>aangezet</emphasis
>. Aangeraden wordt om dit niet te doen, want &mdn;'s worden door veel mensen als hinderlijk ervaren, of genegeerd. Het is beter per bericht in te stellen of u een verzoek voor &mdn; mee wilt sturen. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>
	<varlistentry id="configure-composer-general-word-wrap">
	  <term>
	    <guilabel
>Regels afbreken bij kolom</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Dit bepaalt of regels afgebroken moeten worden bij het opstellen van een bericht en, indien dat gewenst is, na hoeveel lettertekens dat moet gebeuren. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>
    <varlistentry id="configure-composer-general-too-many-recipients">
      <term>
        <guilabel
>Waarschuwen wanneer het aantal geadresseerden groter is dan</guilabel>
      </term>
      <listitem>
        <para
>Indien het aantal geadresseerden groter is dan deze waarde, geeft KMail een waarschuwing en wordt u om een bevestiging gevraagd voordat de mail wordt gestuurd. De standaard om te waarschuwen is wanneer er meer dan <literal
>5</literal
> geadresseerden zijn. Deze waarschuwing kan worden uitgezet. </para>
      </listitem>
    </varlistentry>
	<varlistentry id="configure-composer-general-autosave-interval">
	  <term>
	    <guilabel
>Automatisch opslaan iedere</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Er kan automatisch een periodieke kopie gemaakt worden van de tekst in het opstel-vak. Hier kunt u instellen met welk interval u wilt dat dit gebeurt. Door de waarde <literal
>0</literal
> in te voeren schakelt u het maken van reservekopieën uit. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>
    <varlistentry id="configure-composer-general-forwading-type">
	  <term>
	    <guilabel
>Standaardsjabloon voor doorsturen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Laat u beslissen of u berichten standaard inline wilt door sturen of als een bijlage. Dit wijzigt welk type doorsturen wordt gebruikt wanneer u op het pictogram in de werkbalk klikt of wanneer u de sneltoets voor doorsturen gebruikt. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>
	<varlistentry id="configure-composer-general-external-editor">
	  <term>
	    <guilabel
>Externe editor</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Het is mogelijk om berichten op te stellen in een andere editor. Indien een andere editor ingesteld is, zal in eerste instantie het normale venster verschijnen, maar zodra er begonnen wordt met typen zal de editor worden opgestart. Nadat de editor is afgesloten verschijnt de ingegeven tekst in het normale venster en kan het bericht verzonden worden. Let op dat bij bijvoorbeeld het programma <application
>gvim</application
> de volgende aanroep noodzakelijk is om een en ander goed te laten functioneren: <userinput
><command
>gvim <option
>-f</option
> <varname
>%f</varname
></command
></userinput
>. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>
      </variablelist>

    </sect2>


<sect2 id="configure-composer-phrases">
<title
>Uitdrukkingen</title>

<para
>Op het tabblad <guilabel
>Uitdrukkingen</guilabel
> kunt u de tekst instellen die gebruikt wordt bij het beantwoorden en doorsturen van berichten. Ook kan hier het teken worden ingesteld dat voor aangehaalde tekst moet worden gebruikt (<guilabel
>Aanhalingsindicatie</guilabel
>). Op het tabblad staan de verschillende &percnt;-lettertekens nader toegelicht. Daarnaast is het mogelijk om de uitdrukkingen in een andere taal dan de ingestelde standaardtaal te gebruiken, mits de bijhorende taalmodule voor &kde; geïnstalleerd is.</para>

</sect2>

<sect2 id="configure-composer-subject">
<title
>Onderwerp</title>

<para
>OP dit tabblad kunt u de voorvoegsels van het onderwerpveld voor <quote
>Doorgestuurde</quote
> of <quote
>Beantwoordde</quote
> berichten instellen. Indien er berichten binnenkomen met andere voorvoegsels, dan is het raadzaam deze hier toe te voegen, zodat &kmail; deze als reactie op een bericht of als doorgestuurd bericht herkent. Dit is van belang voor de discussiegroepen, de sortering van de berichten en om het onderwerpveld goed in te stellen indien u de e-mail zelf beantwoordt of doorstuurt. Indien het keuzevakje <guilabel
>Herkend voorvoegsel vervangen</guilabel
> geselecteerd is, zal het onderwerpveld van binnenkomende berichten worden aangepast.</para>

</sect2>

<sect2 id="configure-composer-charset">
<title
>Tekenset</title>

<para
>Op dit tabblad kunt u de standaard-tekenset voor de opgestelde berichten instellen. Bij elk bericht wordt gekeken of die in zijn geheel voldoet aan één van de gedefinieerde tekensets (van boven naar beneden). Voldoet het er aan, dan zal die tekenset gebruikt worden, voldoet het aan geen van de genoemde tekensets, dan zal er gevraagd worden om handmatig onder <menuchoice
><guimenu
>Opties</guimenu
><guisubmenu
>Codering instellen</guisubmenu
></menuchoice
> een keuze te maken. </para>

<para
>Indien het keuzevakje <guilabel
>Originele tekenset behouden bij bantwoorden en doorsturen (indien mogelijk)</guilabel
> is geselecteerd, zal de tekenset van het originele bericht overgenomen worden, tenzij de e-mail tekens bevat die niet in die tekenset voorkomen.</para>

</sect2>

<sect2 id="configure-composer-headers">
<title
>Berichtkoppen</title>

<para
>Selecteer het keuzevakje <guilabel
>Aangepast message-id achtervoegsel gebruiken</guilabel
> indien dit achtervoegsel aangepast moet worden. Elk e-mailbericht bevat een zogenaamd <quote
>Message-ID</quote
>-veld met daarin een unieke waarde waardoor de e-mail door mailservers herkend kan worden. Indien gewenst kan hiervoor dus een aangepast achtervoegsel gebruikt worden. Indien dit aangepast moet worden, wat overigens niet gebruikelijk is, dan wordt hiervoor vaak de domeinnaam (zonder .nl of .com) gebruikt waarvan u de eigenaar bent, zodat het Message-ID een wereldwijd unieke waarde blijft houden. Indien u geen idee hebt waar dit over gaat, selecteer deze optie dan niet.</para>

<para
>Bij <guilabel
>Definieer hier uw eigen mime-velden</guilabel
> kunt u eigen mime-velden opgeven die meegezonden moeten worden met alle uitgaande berichten. Het is mogelijk om nieuwe velden aan te maken of om bestaande velden te overschrijven met andere waarden. In de regel is het niet nodig om hier wijzigingen aan te brengen.</para>

</sect2>

<sect2 id="configure-composer-attachments">
<title
>Bijlagen</title>

<para
>De optie <guilabel
>Outlook-compatibele bijlagenamen</guilabel
> is nuttig als u bijlagen met ongebruikelijke lettertekens in de bestandsnaam wilt sturen naar gebruikers van Outlook(TM) of Outlook Express(TM). &kmail; zal dan de namen van de bijlagen aanpassen zodat Outlook(TM) ze begrijpt.</para>
<para
>Let er wel op dat &kmail; met deze optie de berichten omzet in een afwijkend formaat, waarbij de mogelijkheid bestaat dat de berichten niet gelezen kunnen worden in gewone mailprogramma's. Gebruik dus deze optie alleen indien u geen andere keuze hebt.</para>

<para
>Als de optie <guilabel
>Detectie van ontbrekende bijlagen activeren</guilabel
> ingeschakeld is, geeft &kmail; een waarschuwing als u een bericht wilt versturen waar geen bijlagen bij zitten, hoewel er wel woorden in de tekst voorkomen die daarop duiden. De lijst met sleutelwoorden kan uitgebreid worden.</para>

</sect2>

</sect1>

  <sect1 id="configure-security">
    <title
>Beveiliging instellen </title>

    <sect2 id="configure-security-reading">
      <title
>Lezen </title>

      <para
>Op dit tabblad kunt u opties die betrekking hebben op beveiliging bij het lezen van berichten instellen. </para>

      <variablelist>

	<varlistentry id="configure-security-reading-prefer-html">
	  <term>
	    <guilabel
>HTML over platte tekst prefereren</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Indien het keuzevakje <guilabel
>HTML over platte tekst prefereren</guilabel
> geselecteerd is, dan zal een <acronym
>HTML</acronym
>-bericht ook getoond worden in <acronym
>HTML</acronym
>-formaat. Dit is een potentieel gevaarlijke en ongewenste situatie, omdat een <acronym
>HTML</acronym
>-bericht veel veiligheidsrisico's met zich meebrengt. Zo kan een e-mailbericht er uit zien alsof het verzonden is door een bedrijf dat u vertrouwt, maar in werkelijkheid is het niet door dat bedrijf verzonden. Ook is dit een beruchte methode om virussen te verspreiden. Als dit keuzevakje niet geselecteerd is, kunt u <acronym
>HTML</acronym
>-berichten wel lezen, maar dan als platte tekst. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-reading-external-references">
	  <term>
	    <guilabel
>E-mailberichten toestaan externe referenties van internet te laden</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als <guilabel
>E-mailberichten toestaan externe referenties van internet te laden</guilabel
> ingeschakeld is, staat u &kmail; toe om afbeeldingen en stijlbladen voor een <acronym
>HTML</acronym
>-bericht, vanaf internet op te halen. Doordat het toegestaan is deze gegevens op te halen, is het voor de verzender van de e-mail mogelijk om te zien dat de e-mail door u geopend is. Dit kunt u zien als een schending van uw privacy. Daarnaast is het voor verstuurders van bulkreclame van belang om te weten bij welke e-mailadressen de reclame daadwerkelijk gelezen wordt, zodat er naar die adressen nog meer bulkreclame gestuurd kan worden. Deze optie heeft overigens geen effect op &Java;, JavaScript en Plugins; deze zijn nooit toegestaan in e-mailberichten. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-reading-mdns">
	  <term>
	    <guilabel
>Bevestigingen voor ontvangst en gelezen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>&mdn;s laten de schrijver van een bericht weten wat er met dat bericht is gebeurd. Gebruikelijke typen zijn <quote
>weergegeven</quote
> (gelezen), <quote
>verwijderd</quote
> en <quote
>doorgestuurd</quote
>. </para>
	    <para
>Met de opties bij <guilabel
>Verzendbeleid</guilabel
> is in te stellen wat &kmail; moet doen als een verzoek voor een &mdn; wordt ontvangen. </para>
	    <variablelist>
	      <varlistentry>
		<term
><guilabel
>Negeren</guilabel
> (aanbevolen) </term>
		<listitem>
		  <para
>Negeert elk verzoek om ontvangst- en leesbevestiging. Er zal nooit automatisch een &mdn; verzonden worden. </para>
		</listitem>
	      </varlistentry>
	      <varlistentry>
		<term>
		  <guilabel
>Vragen</guilabel>
		</term>
		<listitem>
		  <para
>Verstuurt &mdn;s na daarvoor toestemming te hebben gevraagd. Op deze manier kunt u zelf bepalen aan wie u een bevestiging verstuurt. </para>
		</listitem>
	      </varlistentry>
	      <varlistentry>
		<term>
		  <guilabel
>Weigeren</guilabel>
		</term>
		<listitem>
		  <para
>Met deze optie wordt altijd de melding <quote
>geweigerd</quote
> verstuurd. Dit is <emphasis
>iets</emphasis
> veiliger dan altijd &mdn; verzenden; de verzender kan nog steeds zien dat het bericht ontvangen is, hij weet alleen niet of het bericht verwijderd of gelezen is. </para>
		</listitem>
	      </varlistentry>
	      <varlistentry>
		<term>
		  <guilabel
>Altijd verzenden</guilabel>
		</term>
		<listitem>
		  <para
>Verstuurt (indien gevraagd) altijd een ontvangst- en leesbevestiging. Het wordt u sterk afgeraden deze optie te gebruiken, in verband met ongewenste e-mail. Met deze optie komt de verzender namelijk precies te weten wat er met zijn bericht gebeurd is (gelezen, verwijderd, &etc;). </para>
		</listitem>
	      </varlistentry>
	    </variablelist>
	    <para
>Als u het niet zeker weet, kies dan <guilabel
>Vragen</guilabel
>, en probeer dat een tijdje uit. Als u deze vragen hinderlijk vindt, schakel dan over op <guilabel
>Negeren</guilabel
>. </para>
	    <para
>Met de opties onder <guilabel
>Originele bericht aanhalen</guilabel
> kunt u bepalen hoeveel van een bericht wordt teruggestuurd in &mdn;'s. </para>
	    <variablelist>
	      <varlistentry>
		<term>
		  <guilabel
>Niets</guilabel>
		</term>
		<listitem>
		  <para
>In de &mdn; wordt niets anders dan de message-id en de oorspronkelijke geadresseerde bijgevoegd. Dit geeft de verzender genoeg informatie om het bericht terug te vinden in zijn map met verzonden berichten. </para>
		</listitem>
	      </varlistentry>
	      <varlistentry>
		<term>
		  <guilabel
>Hele bericht</guilabel>
		</term>
		<listitem>
		  <para
>Het hele bericht wordt bijgevoegd. Dit is overbodig, omdat de berichtkoppen vaak alle benodigde informatie bevatten, maar het is natuurlijk gemakkelijker voor de ontvanger. </para>
		</listitem>
	      </varlistentry>
	      <varlistentry>
		<term>
		  <guilabel
>Alleen berichtkoppen</guilabel>
		</term>
		<listitem>
		  <para
>In de &mdn; worden alleen de berichtkoppen toegevoegd. Dit is meestal genoeg informatie voor mensen (het onderwerp) en computers (de message-id), om het bericht dat bij de &mdn; hoort, terug te vinden. </para>
		</listitem>
	      </varlistentry>
	    </variablelist>
	    <para
>Als u het niet zeker weet, kunt u deze optie op de standaardinstelling laten staan. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry>
	  <term>
	    <guilabel
>Verstuur geen MDN's in antwoord op versleutelde berichten</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Met deze optie wordt het verzenden van &mdn;'s onderdrukt als het bericht (gedeeltelijk) versleuteld is. Dit verijdelt pogingen om via &mdn;'s te controleren of u het bericht kunt decoderen. </para>
	    <para
>In principe heeft u deze optie nooit nodig, omdat &kmail; een &mdn; verstuurt, of het bericht nu gedecodeerd kon worden of niet. Maar het geeft een gebruiker die zich bewust is van de veiligheidsrisico's de keuze om in dit geval nooit &mdn;'s te versturen. </para>
	    <para
>Als u het niet zeker weet, kunt u deze optie het beste geselecteerd laten. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry>
	  <term>
	    <guilabel
>Sleutels en certificaten automatisch importeren</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als dit keuzevakje geselecteerd is, zal &kmail; automatisch bijlagen importeren die &openpgp;-sleutels bevatten. Hetzelfde geldt voor de &smime;-sleutels. </para>
	    <note>
	      <para
>Voor het verifiëren van &smime;-ondertekeningen is het noodzakelijk dat de bijgevoegde certificaten worden geïmporteerd. Deze instelling heeft daar geen invloed op. Ook is deze instelling onafhankelijk van de instelling voor &gpg;'s <option
>automatisch sleutel ophalen</option
>. </para>
	    </note>
	  </listitem>
	</varlistentry>
      </variablelist>
    </sect2>

    <sect2 id="configure-security-composing">
      <title
>Opstellen </title>

      <para
>Op dit tabblad kunt u opties die betrekking hebben op de veiligheid bij het opstellen van berichten instellen. </para>

      <variablelist>

	<varlistentry id="configure-security-composing-automatically-sign">
	  <term>
	    <guilabel
>Berichten automatisch ondertekenen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als u dit keuzevakje selecteert, wordt de optie <xref linkend="composer-options-sign-message"/> standaard ingeschakeld. </para>
	    <para
>U kunt dit echter nog steeds per bericht uitschakelen. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-composing-encrypt-to-self">
	  <term>
	    <guilabel
>Altijd voor mezelf versleutelen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als dit keuzevakje geselecteerd is, worden de berichten die u voor de ontvanger versleutelt ook voor uzelf versleuteld. </para>
	    <warning>
	      <para
>Als u dit keuzevakje geselecteerd laat, kan het mogelijk zijn dat u de versleutelde berichten niet meer kunt decoderen. U hebt dan geen leesbare variant van de door u verzonden berichten. </para>
	    </warning>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-composing-store-sent-encrypted">
	  <term>
	    <guilabel
>Verzonden berichten versleuteld oplaan</guilabel
><!--
	    --><footnote>
	      <para
>Deze optie zorgt ervoor dat zodra het bericht de eindbestemming heeft bereikt, de versleuteling uit het bericht verwijderd wordt. De berichten worden dus niet versleuteld opgeslagen. Deze modus wordt ook wel <quote
>transport-only</quote
>-versleuteling (alleen tijdens transport) genoemd, wat enigszins misleidend is. </para>
	      <para
>&kmail; ondersteunt deze modus wel, maar volgens ons zou deze modus geregeld moeten worden door de <emphasis
>server</emphasis
> (<acronym
>MTA</acronym
>) in plaats van door de mail<emphasis
>client</emphasis
> (<acronym
>MUA</acronym
>). In toekomstige versies van &kmail; zou het kunnen zijn dat deze ondersteuning verdwijnt. </para>
	    </footnote>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als dit keuzevakje geselecteerd is, worden berichten in uw <guilabel
>verzonden</guilabel
>-map opgeslagen zoals u ze verstuurd heeft (als u een bericht gecodeerd verzonden heeft, wordt het gecodeerd opgeslagen). </para>
	    <para
>Als u deze optie niet selecteert, worden berichten <emphasis
>altijd</emphasis
> onversleuteld opgeslagen op uw computer, ook als u ze versleuteld hebt verzonden. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-composing-show-encryption-key">
	  <term>
	    <guilabel
>Altijd de sleutels voor goedkeuring tonen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als dit keuzevakje geactiveerd is, zal er bij het verzenden van het bericht een venster verschijnen waarmee u kunt controleren of de juiste sleutel voor de juiste ontvanger wordt gebruikt. U kunt deze dan eventueel ook wijzigen. Wij adviseren om deze optie te activeren, omdat een en ander wat transparanter werkt. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-composing-opportunistic-encryption">
	  <term>
	    <guilabel
>Berichten automatisch versleutelen, indien mogelijk</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Dit wordt ook wel <quote
>opportunistic encryption</quote
> (opportunistische versleuteling) genoemd. Als het keuzevakje geselecteerd zal &kmail; proberen de ontvangers te koppelen aan (&openpgp;- of &smime;-) sleutels, zelfs wanneer u hier <emphasis
>niet</emphasis
> expliciet om vraagt. Indien een koppeling gevonden wordt voor alle ontvangers zal &kmail; vragen of het bericht versleuteld verzonden dient te worden. </para>
	    <para
>Wij adviseren u deze instelling te activeren, omdat dit het versleutelen erg eenvoudig maakt. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-composing-never-sign-encrypt-drafts">
	  <term>
	    <guilabel
>Nooit versleutelen bij het opslaan van een concept</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als het keuzevakje geselecteerd is, zal &kmail; de berichten die u opslaat in de concepten-map niet proberen te ondertekenen of te versleutelen. Dit verhoogt het gebruiksgemak en is geen groot beveiligingsrisico als de concepten-map een lokale map is. Als u &imap; gebruikt, waarbij de map <guilabel
>concepten</guilabel
> op de server wordt bewaard, kunt u dit keuzevakje beter niet selecteren. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

      </variablelist>

    </sect2>

    <sect2 id="configure-security-warnings">
      <title
>Waarschuwingen </title>

      <para
>Op dit tabblad kunt u waarschuwingen met betrekking tot beveiliging in- en uitschakelen. </para>

      <variablelist>

	<varlistentry id="configure-security-warnings-warn-send-unsigned">
	  <term>
	    <guilabel
>Waarschuwen voor het verzenden van niet-ondertekende berichten</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als dit keuzevakje geselecteerd is, wordt u gewaarschuwd als u een bericht wilt verzenden dat niet ondertekend is. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-warnings-warn-send-unencrypted">
	  <term>
	    <guilabel
>Waarschuwen wanneer niet-versleutelde berichten zullen worden verstuurd</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als dit keuzevakje geselecteerd is, wordt u gewaarschuwd als u een bericht wilt verzenden dat u niet versleuteld hebt. </para>
	    <note>
	      <para
>In tegenstelling tot ondertekenen is het niet gebruikelijk om alle uitgaande berichten te versleutelen. Tenzij uw bedrijf een beleid heeft nooit onversleutelde berichten te verzenden, is het misschien verstandig om deze optie uitgeschakeld te laten, en de optie <link linkend="configure-security-composing-opportunistic-encryption"
>opportunistische versleuteling</link
> in te schakelen, zodat u gewaarschuwd wordt wanneer u een versleuteld bericht kunt verzenden, maar deze optie niet hebt ingeschakeld. </para>
	    </note>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-warnings-warn-receiver-email-not-in-cert">
	  <term>
	    <guilabel
>Waarschuwen als e-mailadres van ontvanger niet in certificaat staat</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als het keuzevakje geselecteerd is, zal &kmail; een waarschuwing tonen wanneer een &smime;-certificaat of &openpgp;-sleutel wordt gebruikt voor een ontvanger waarvan het e-mailadres niet vermeld staat in het certificaat. </para>
	    <para
>Deze waarschuwing verschijnt bijvoorbeeld wanneer u in uw identiteit uw &openpgp;-sleutels of &smime;-certificaat heeft aangegeven en u een ondertekening controleert van een certificaat waarin het e-mailadres van de afzender niet voorkomt. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-warnings-warn-near-expire">
	  <term>
	    <guilabel
>Waarschuwen wanneer een certificaat/sleutel binnenkort zal verlopen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als het keuzevakje geselecteerd is, zal &kmail; waarschuwen wanneer een &smime;-certificaat of &openpgp;-sleutel binnenkort zal verlopen. </para>
	    <para
>De definitie van binnenkort kunt u eronder aangeven. Dit geldt ook voor de tijdelijke <acronym
>CA</acronym
>-certificaten en de hoofdcertificaten (ook wel root-certificaten genoemd). </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-security-warnings-reenable-all-warnings">
	  <term>
	    <guilabel
>Alle &quot;Niet meer vragen&quot; waarschuwingen weer inschakelen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Naast de waarschuwingen hierboven zijn er nog verscheidene waarschuwingen en informatieberichten, die een optie hebben om ze niet meer te laten zien. U kunt deze weer inschakelen door op deze knop te klikken.<footnote
> <para
>Alle waarschuwingen en informatieberichten zullen weer ingeschakeld zijn. U kunt de waarschuwingen die u niet meer wilt zien vervolgens weer uitschakelen door de optie in het bericht te selecteren. </para>
	      </footnote>
	    </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

      </variablelist>

    </sect2>

    <sect2 id="configure-security-smime-validation">
      <title
>&smime;-validatie </title>

      <para
>Op dit tabblad kunt u enkele instellingen te maken met betrekking tot de &gpgsm; <link linkend="configure-security-crypto-backends-configure"
>backend</link
>. In de handleiding van &gpgsm; vindt u een beschrijving van de instellingen. </para>

      <variablelist>

	<varlistentry id="configure-smime-validation-certificate-crls">
	  <term>
	    <guilabel
>Certificaten valideren door gebruikmaking van CRL's</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als dit ingeschakeld is, worden &smime;-certificaten gevalideerd door gebruikmaking van Certificate Revocation Lists (<acronym
>CRL's</acronym
>). </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-validation-certificate-ocps">
	  <term>
	    <guilabel
>Certificaten online valideren (OCSP)</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als deze optie ingeschakeld is, worden &smime;-certificaten gevalideerd met gebruikmaking van het Online Certificates Status Protocol (<acronym
>OCSP</acronym
>). </para>
            <para
>Vul het <acronym
>URL</acronym
>-adres in van de <acronym
>OCSP</acronym
>-dienst in het hiervoor aangegeven veld. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-online-certificate-responder-url">
	  <term>
	    <guilabel
>URL-adres OCSP-dienst</guilabel>
          </term>
         <listitem>
	      <para
>Vul het adres in van de server die gebruikt wordt voor het online valideren van certificaten. Dit <acronym
>URL</acronym
>-adres begint normaal met <emphasis
>http://</emphasis
>. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-online-certificate-responder-signature">
	  <term>
	    <guilabel
>Handtekening OCSP-dienst</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Kies de &smime;-sleutel die u wilt gebruiken, of wijzig deze. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-online-certificate-responder-ignore">
	  <term>
	    <guilabel
>Service-URL van certificaten negeren</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Schakel deze optie in om online valideren met gebruikmaking van OCSP over te slaan. Deze optie vereist <emphasis
>dirmngr &gt;= 0.9.0</emphasis
>. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-validation-policies">
	  <term>
	    <guilabel
>Certificaatbeleid niet controleren</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Standaard gebruikt <guilabel
>GnuPG</guilabel
> het bestand <emphasis
>~/.gnupg/policies.txt</emphasis
> om te controleren of een certificaatbeleid toegestaan is. Als deze optie is ingeschakeld, wordt niet op beleid gecontroleerd. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-validation-consult-crls">
	  <term>
	    <guilabel
>Nooit een CRL raadplegen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als deze optie ingeschakeld is, worden Certificate Revocation Lists nooit gebruikt om <acronym
>&smime;</acronym
>-certificaten te valideren. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-validation-fetch-issuer">
	  <term>
	    <guilabel
>Ontbrekende uitgevers certificaten ophalen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Schakel deze optie in als u de ontbrekende uitgeverscertificaten wilt laten ophalen als dat nodig is. Dit is op zowel <acronym
>CRL's</acronym
> als op <acronym
>OCSP</acronym
> van toepassing. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-http-requests">
	  <term>
	    <guilabel
>Geen HTTP-verzoeken maken</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Schakelt het gebruik van <acronym
>HTTP</acronym
> voor <acronym
>&smime;</acronym
> geheel uit. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-http-ignore-distribution-point">
	  <term>
	    <guilabel
>HTTP CRL-distributiepunt van certificaten negeren</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Bij het zoeken naar de locatie van een <acronym
>CRL</acronym
> bevat het <quote
>te-testen</quote
> certificaat normaal gesproken zogenaamde CRL Distribution Point (<acronym
>DP</acronym
>) items, die <acronym
>URL's</acronym
> zijn waarin beschreven staat hoe de <acronym
>URL</acronym
> benaderd moet worden. Het eerste gevonden <acronym
>DP</acronym
>-item wordt gebruikt. Met deze optie worden alle items die <acronym
>HTTP</acronym
> gebruiken genegeerd bij het zoeken naar een geschikte <acronym
>DP</acronym
>. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-http-proxy">
	  <term>
	    <guilabel
>HTTP-proxy van systeem gebruiken</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als deze optie ingeschakeld is, wordt de rechts weergegeven waarde van de <acronym
>HTTP</acronym
>-proxy (die uit de omgevingsvariabele http_proxy komt) gebruikt voor elk <acronym
>HTTP</acronym
>-verzoek. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-http-requests-proxy">
	  <term>
	    <guilabel
>Deze proxy voor HTTP-verzoeken gebruiken</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Vul hier de locatie in van uw <acronym
>HTTP</acronym
>-proxy, die voor alle <acronym
>HTTP</acronym
>-verzoeken voor <acronym
>&smime;</acronym
> gebruikt zal worden. De syntaxis is <quote
>"host:port"</quote
>, bijvoorbeeld <emphasis
>mijnproxy.nergens.com:3128</emphasis
>. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-ldap-requests">
	  <term>
	    <guilabel
>Geen LDAP-verzoeken doen</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Schakelt het gebruik van <acronym
>LDAP</acronym
> voor <acronym
>&smime;</acronym
> geheel uit. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-ldap-distribution-point">
	  <term>
	    <guilabel
>LDAP CRL-distributiepunt van certificaat negeren</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Bij het zoeken naar de locatie van een <acronym
>CRL</acronym
> bevat het <quote
>te-testen</quote
> certificaat normaal gesproken zogenaamde CRL Distribution Point (<acronym
>DP</acronym
>) items, die <acronym
>URL's</acronym
> zijn waarin beschreven staat hoe de <acronym
>URL</acronym
> benaderd moet worden. Het eerste gevonden <acronym
>DP</acronym
>-item wordt gebruikt. Met deze optie worden alle items die <acronym
>LDAP</acronym
> gebruiken genegeerd bij het zoeken naar een geschikte <acronym
>DP</acronym
>. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

	<varlistentry id="configure-smime-certificate-ldap-proxy-host">
	  <term>
	    <guilabel
>Primaire host voor LDAP-verzoeken</guilabel>
	  </term>
	  <listitem>
	    <para
>Als u hier een <acronym
>LDAP</acronym
>-server invoert zullen alle <acronym
>LDAP</acronym
>-verzoeken eerst naar die server verstuurd worden. Preciezer gezegd, overschrijft deze instelling alle host- en poort-delen in een <acronym
>LDAP URL</acronym
> en wordt deze ook gebruikt als host en poort uit de <acronym
>URL</acronym
> zijn weggelaten. Andere <acronym
>LDAP</acronym
>-servers worden alleen gebruikt als de verbinding met de <emphasis
>proxy</emphasis
> niet tot stand kon komen. De syntaxis is <acronym
>HOST</acronym
> of <acronym
>HOST:POORT</acronym
>. Als <acronym
>PORT</acronym
> is weggelaten, wordt  <quote
>poort 389</quote
> (standaard <acronym
>LDAP</acronym
>-poort) gebruikt. </para>
	  </listitem>
	</varlistentry>

      </variablelist>
    </sect2>

    <sect2 id="configure-security-crypto-backends">
      <title
>Crypto-backends </title>

      <para
>Op dit tabblad kunt u aangeven welke backend gebruikt moet worden voor de &openpgp; en &smime; versleutelingen en ontcijfering. </para>

      <para
>Aan de linkerkant ziet u een lijst met beschikbare backends. Onder elke backend staat een lijstje met protocollen die deze backend ondersteunt (bijvoorbeeld &openpgp; of &smime;). Indien een protocol niet wordt weergegeven, dan is dit niet beschikbaar. Indien het er wel staat maar lichtgrijs/inactief is, dan ondersteunt de backend het protocol, maar het programma (of een onderdeel daarvan) om het protocol te gebruiken ontbreekt. Het kan zijn dat u inmiddels deze programma's of onderdelen ervan correct heeft geïnstalleerd. In dat geval kunt u de knop <guibutton
>Opnieuw scannen</guibutton
> gebruiken. Een venster zal dan het resultaat en eventuele problemen tonen. </para>

      <para id="configure-security-crypto-backends-configure"
>Om een backend in te stellen, selecteert u de desbetreffende backend en drukt u op de knop <guibutton
>Instellen...</guibutton
>. De getoonde instellingen zijn afhankelijk van de door de backend aangeleverde instellingen van dat moment. Indien u de backend op een gegeven moment bijwerkt, kunnen de instellingen van deze pagina dus veranderen zonder dat &kmail; zelf bijgewerkt hoeft te worden. Indien de knop <guibutton
>Instellen...</guibutton
> lichtgrijs of inactief is, ondersteunt de backend deze methode van instellen niet. </para>

      <para
>Bekijk de handleidingen van de backend voor een beschrijving van de instellingen die getoond zullen worden in het dialoogvenster om de backend in te stellen. </para>

      <para
>Voor ieder protocol van een backend staat een keuzevakje, zodat u kunt aangeven welk protocol van welke backend gebruikt dient te worden. Per protocol kan slechts één backend geselecteerd worden. Dus als u &openpgp; activeert van een bepaalde backend, dan zal een eerder gemaakte keuze voor &openpgp; bij een andere backend gedeactiveerd worden, echter de &smime; backend zal ongewijzigd blijven. Indien u geen backend selecteert voor een protocol, dan zal dat protocol niet gebruikt kunnen worden binnen &kmail;. </para>

    </sect2>

  </sect1
> <!-- configure-security -->

<sect1 id="configure-misc">
<title
>Diversen</title>

<sect2 id="configure-misc-folders">
<title
>Mappen</title>

<variablelist>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Om bevestiging vragen voordat alle berichten naar de prullenbak worden verplaatst</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Als u deze optie inschakelt, wordt u om een bevestiging gevraagd als u kiest voor <menuchoice
><guimenu
>Map</guimenu
><guimenuitem
>Alle berichten naar de prullenbak verplaatsen</guimenuitem
></menuchoice
>.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Berichten gemarkeerd als belangrijk niet laten verlopen</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Deze optie zorgt ervoor dat belangrijke berichten niet automatisch verwijderd worden als ze verlopen zijn.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry id="configure-misc-folders-go-unread">
<term
><guilabel
>Bij het zoeken naar ongelezen berichten</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Hier kunt u instellen wat &kmail; moet doen wanneer u naar het volgende (<keycap
>Spatie</keycap
>) of vorige ongelezen bericht wilt gaan, terwijl er geen ongelezen berichten meer zijn. <itemizedlist
> <listitem
> <para
>Als <guilabel
>Niet doorlopen</guilabel
> is geselecteerd, gebeurt er niets. </para
> </listitem
> <listitem
> <para
> Als <guilabel
> Huidige map doorlopen</guilabel
> is geselecteerd, wordt in de huidige map naar nieuwe berichten gezocht.</para
> </listitem
> <listitem
> <para
>Als <guilabel
>Alle mappen doorlopen</guilabel
> is geselecteerd, wordt eerst in de huidige map naar een nieuw bericht gezocht. Als het daar niet gevonden wordt, wordt de volgende map doorzocht, enzovoorts.</para
> </listitem
> </itemizedlist
> Dit geldt ook als u naar het vorige ongelezen bericht gaat. </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>

<term
><guilabel
>Bij het binnengaan van een map</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Deze optie bepaalt wat er gebeurt als u een map opent. <itemizedlist>
<listitem>
<para
>Als <guilabel
>Naar het eerste nieuwe bericht gaan</guilabel
> wordt geselecteerd dan zal &kmail; het eerste bericht selecteren dat gevonden wordt en gemarkeerd is als nieuw. </para>
</listitem>
<listitem>
<para
>Als <guilabel
>Naar het eerste ongelezen of nieuwe bericht gaan</guilabel
> wordt geselecteerd dan zal &kmail; het eerste bericht selecteren dat gevonden wordt en gemarkeerd is als ongelezen of nieuw. </para>
</listitem>
<listitem>
<para
>Als <guilabel
>Ga naar het laatst geselecteerde bericht</guilabel
> wordt geselecteerd dan zal &kmail; naar het  bericht  gaan dat was geselecteerd toen de map de laatste keer open was. </para>
</listitem>
<listitem>
<para
>Als <guilabel
>Naar het nieuwste bericht gaan</guilabel
> wordt geselecteerd dan zal &kmail; het nieuwste bericht op datum selecteren. </para>
</listitem>
<listitem>
<para
>Als <guilabel
>Naar het oudste bericht gaan</guilabel
> wordt geselecteerd dan zal &kmail; het oudste bericht op datum selecteren. </para>
</listitem>
</itemizedlist>

</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Geselecteerd bericht markeren als gelezen na...</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Wanneer een <guilabel
>ongelezen</guilabel
> bericht wordt geselecteerd, zal de status van het bericht na de ingestelde tijd veranderen in <guilabel
>gelezen</guilabel
>. Als deze optie niet is geselecteerd zal het bericht zijn <guilabel
>ongelezen</guilabel
>-status behouden.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Vragen wat er moet gebeuren na slepen naar een andere map</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Indien berichten naar een andere map gesleept worden, zal &kmail; vragen of u wilt dat het bericht gekopieerd of verplaatst wordt. Indien deze optie niet is geselecteerd zal deze vraag achterwege blijven en zal het bericht verplaatst worden.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Standaard zijn e-mailmappen op de schijf...</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Hier kan aangegeven worden in welk <link linkend="folders-format"
>formaat</link
> nieuwe mappen moeten worden aangemaakt.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Map openen bij opstarten</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Hier kunt u instellen welke map geopend moet worden als u &kmail; start. Als u alleen &imap;-mappen gebruikt, kunt u hier het beste uw &imap;-postvak instellen. Als u dat op deze manier instelt, dan kunt u de lokale folders inklappen. Deze zullen dan ingeklapt blijven, ook wanneer u &kmail; opnieuw start.</para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Prullenbak legen bij afsluiten</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Als deze optie geselecteerd is, wordt bij het afsluiten van &kmail; de prullenbak geleegd.</para>
</listitem>
</varlistentry>

</variablelist>

</sect2>

<sect2 id="configure-misc-groupware">
<title
>Groupware</title>

<variablelist>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Functionaliteit voor IMAP-gegevensbronnen activeren</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Maakt het mogelijk om de gegevens van Kontact applicaties (KOrganizer, KAddresbook en KNotes) op te slaan in een IMAP-map. Deze optie dient u te selecteren wanneer u gebruik wilt maken van <guilabel
>Kolab</guilabel
>. Daarna is het mogelijk om in het <guilabel
>Configuratiecentrum</guilabel
>, in het gedeelte <guilabel
>KDE-Componenten</guilabel
>, binnen de <guilabel
>KDE-Gegevensbronnenconfiguratie</guilabel
> de <guilabel
>Kolab</guilabel
>-bron aan te maken voor de verschillende applicaties.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry id="configure-misc-format-groupware-folders">
<term
><guilabel
>Formaat van de groupware-mappen</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Kies het formaat waarin de gegevens moeten worden opgeslagen in de groupware-mappen</para>
<itemizedlist>
<listitem>
<para
>Het standaardformaat is <guilabel
>Standaard (Ical/Vcard)</guilabel
> voor kalender-mappen (Ical) en adresboek-mappen (Vcard). Dit formaat wordt volledig ondersteund door Kontact.</para>
</listitem>
<listitem>
<para
><guilabel
>Kolab</guilabel
>-gebruikers dienen te kiezen voor <guilabel
>Kolab-XML</guilabel
>. Dit formaat wordt gebruikt op <guilabel
>Kolab</guilabel
>-servers en komt nagenoeg overeen met het formaat dat Microsoft Outlook(tm) gebruikt.</para>
</listitem>
</itemizedlist>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Taal van de groupware-mappen</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Kies uit de verschillende talen om de naam in te stellen van de <guilabel
>IMAP</guilabel
>-mappen voor groupware. Deze functie is alleen gemaakt om samen te kunnen werken met Microsoft Outlook (tm). Wij adviseren om dit niet te wijzigen, tenzij dit echt niet anders kan. Het maakt het wisselen van talen onmogelijk.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Bronmappen zijn in account</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Selecteer hier het account waaronder de groupware <guilabel
>IMAP</guilabel
>-mappen toebehoren. Selecteer hier het IMAP/DIMAP-account waaronder de mappen bestaan of aangemaakt moeten worden. Standaard maakt een <guilabel
>Kolab</guilabel
>-server de mappen aan onder <guilabel
>Postvak in</guilabel
>.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Groupware-mappen verbergen</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Meestal heeft u geen behoefte om de groupware-mappen te zien, aangezien zij geen leesbare informatie bevatten binnen KMail. Met deze optie kunt u er voor zorgen dat u ze niet ziet.</para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</sect2>

<sect2 id="configure-misc-invitation">
<title
>Uitnodigingen</title>

<variablelist>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>De kopschriften Van:/Aan: aanpassen bij antwoorden op uitnodigingen</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Activeer deze optie om er voor te zorgen dat Microsoft Outlook(tm) de antwoorden op uitnodigingen begrijpt.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Uitnodigingen in berichtinhoud verzenden</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Uitnodigingen worden standaard als bijlage verzonden. Door deze optie te activeren wordt de tekst in het bericht geplaatst in plaats van een bijlage te gebruiken. Dit is nodig om uitnodigingen en antwoorden te versturen naar Microsoft Outlook(tm).</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Naamgeving van uitnodigingen compatibel met Exchange</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Microsoft Outlook heeft, indien gebruikt met een Microsoft Exchange-server, problemen met het begrijpen van groupware e-mail die zich aan de standaarden houdt. Schakel deze optie in om groupware-uitnodigingen te versturen die correct kunnen worden verwerkt door Microsoft Exchange. De uitnodigingen zullen worden verstuurd in een bijlage met de naam <filename
>ical.ics</filename
>.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Toelichting in antwoorden op uitnodigingen compatibel met Outlook</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Wanneer de gebruiker toelichting geeft bij het antwoorden op uitnodigingen, stuur de toelichting op de manier die Microsoft Outlook(tm) verstaat. Als deze optie niet is ingeschakeld, de toelichting op het antwoord zal niet worden gezien door Outlook.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Bijwerkverschillen van invitaties tonen in de Outlook-stijl</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Bij het bekijken van het bijwerken van invitaties, schakelt deze optie het tonen van de verschillen in tussen de vorige en huidige invitaties op een manier die erg veel lijkt op Microsoft Outlook(tm). Dit is de standaard. De gebruiker kan deze optie uitschakelen als zij de bijwerkverschillen van de invitatie getoond willen zien in de "klassieke" KMail-stijl. </para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Automatisch uitnodigingen verzenden</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Wanneer dit is geactiveerd krijgt u niet het venster voor het opstellen van e-mailberichten in beeld. In plaats daarvan worden alle uitnodigingsberichten automatisch verzonden. Wanneer u de e-mailberichten wilt zien voordat ze worden verstuurd, moet u deze optie uitzetten. Maar besef wel dat de tekst in de iCalendar-syntaxis is opgesteld, en het wordt afgeraden om die met de hand te wijzigen.</para>
</listitem>
</varlistentry>
<varlistentry>
<term
><guilabel
>Uitnodigings-e-mails verwijderen na beantwoorden</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Wanneer dit is geactiveerd zullen met succes beantwoorde ontvangen e-mails met uitnodigingen verplaatst worden naar de prullenbak.</para>
</listitem>
</varlistentry>
</variablelist>
</sect2>

</sect1>

<sect1 id="configure-non-gui-options">
<title
>Opties die geen gebruikersinterface hebben</title>
<para
>Naast de opties die in de configuratiedialoog worden getoond, zijn er opties die alleen direct in het configuratiebestand van &kmail; kunnen worden ingesteld of door KIOSK. Deze zogenoemde "verborgen" configuratieopties kunnen niet worden gewijzigd via de normale instellingendialoog van &kmail;; ze moeten worden gemaakt door het configuratiebestand te wijzigen met een tekstbewerker of het programma <command
>kwriteconfig</command
> program. </para>

<para
>Het configuratiebestand van &kmail; heeft de naam <filename
>kmailrc</filename
> en bevindt zich in uw persoonlijke map. De locatie kan variëren en hangt af van uw besturingssysteem of distributie, maar kan altijd worden gevonden door het commando <userinput
><command
>kde4-config --path config --locate kmailrc</command
></userinput
>. Voor de rest van deze sectie, nemen we aan dat het configuratiebestand zich bevindt in <filename
>/path/to/kmailrc</filename
>. </para>

<warning
><para
>Als u deze opties wijzigt, dan moet u &kmail; eerst afsluiten alvorens het configuratiebestand te bewerken. Herstart &kmail; nadat u de wijzigen hebt aangebracht <emphasis
>en opgeslagen</emphasis
> in het configuratiebestand. </para
></warning>

<variablelist>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Bevestiging (Message Distribution Notification) verzenden met lege afzender (SendMDNsWithEmptySender)</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Bevestiging verzenden met een lege afzender. Sommige servers kunnen zijn geconfigureerd om zulke berichten af te wijzen, dus als u problemen ervaart met het verzenden van MDN's, zet deze optie dan op false. Om deze optie in te schakelen, voeg dan een regel toe als: SendMDNsWithEmptySender=true aan de [MDN] sectie van het configuratiebestand van &kmail;. Als zo'n sectie niet bestaande, voeg deze dan eenvoudig toe "[MDN]" op een zelfstandige regel boven de optie. Opmerking: de standaard instelling van "false" is strict gesproken een afwijking van de internetstandaarden, maar is op die manier ingesteld voor practisch redenen, om te vermijden dat servers MDN's die KMail verzendt weigert omdat ze denken dat ze SPAM zijn. </para>
<para
><prompt
>&percnt;</prompt
> <userinput
><command
>kwriteconfig</command
> <option
>--file <replaceable
>/path/to/kmailrc</replaceable
> --group MDN --key SendMDNsWithEmptySender true</option
></userinput
> </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>MaximumAttachmentSize</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Dit maakt dat de maximum toegestane bestandsgrootte voor bijlagen bij het opstellen van e-mailberichten gelimiteerd is. Om bijlagen te limiteren tot bijvoorbeeld 20 MB, voeg een regel toe (onder de [Composer] sectie) als: </para>
<programlisting
>MaximumAttachmentSize=20
</programlisting>
<para
><prompt
>&percnt;</prompt
> <userinput
><command
>kwriteconfig</command
> <option
>--file <replaceable
>/path/to/kmailrc</replaceable
> --group Composer --key MaximumAttachmentSize 20</option
></userinput
> </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>CloseDespiteSystemTray</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Deze optie stelt u in staat het programma zo in te stellen dat het volledig sluit, zelfs als er is een pictogram in het systeemvak is geconfigureerd, die normaal zou het programma laat draaien. Om deze optie in te schakelen voegt u een regel toe (onder de [General] sectie) als: </para>
<programlisting
>CloseDespiteSystemTray=true
</programlisting>
<para
><prompt
>&percnt;</prompt
> <userinput
><command
>kwriteconfig</command
> <option
>--file <replaceable
>/path/to/kmailrc</replaceable
> --group General --key CloseDespiteSystemTray true</option
></userinput
> </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>CheckOutOfOfficeOnStartup</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Met deze optie ingeschakeld, zal KMail bij iedere keer opstarten controleren of er een actieve afwezigheidsbericht is geconfigureerd en een waarschuwing tonen als dat het geval is. Om deze functie uit te schakelen, voeg een regel toe (onder de [OutOfOffice] sectie) als: </para>
<programlisting
>CheckOutOfOfficeOnStartup=false
</programlisting>
<para
><prompt
>&percnt;</prompt
> <userinput
><command
>kwriteconfig</command
> <option
>--file <replaceable
>/path/to/kmailrc</replaceable
> --group OutOfOffice --key CheckOutOfOfficeOnStartup false</option
></userinput
> </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Toestaan dat de gebruiker instellingen voor afwezigheidsberichten mag veranderen.</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>In het geval dat u niet wilt dat gebruikers in staat zijn om hun eigen scripts voor afwezigheidsberichten naar de server te uploaden, kunt u  toevoegen: </para>
<programlisting
>AllowOutOfOfficeSettings=false
</programlisting
><para
>in de [OutOfOffice] sectie van het configuratiebestand van kmail. Als zo'n sectie niet bestaat, voeg dan eenvoudig "[OutOfOffice]" op een eigen regel toe boven de optie. </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Toestaan dat de gebruiker scripts voor afwezigheidsberichten mag uploaden naar de server, maar geen instellingen mag veranderen.</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Als u uw gebruikers wilt toestaan om hun eigen scripts voor afwezigheidsberichten te uploaden maar niet wilt dat ze in staat zijn om het domein te veranderen waarnaar gereageerd mag worden en de instelling om te reageren op spam te veranderen, kunt u toevoegen: </para>
<programlisting
>AllowOutOfOfficeUploadButNoSettings=true
</programlisting
><para
>in de [OutOfOffice] sectie van het configuratiebestand van kmail. Als zo'n sectie niet bestaat, voeg dan eenvoudig "[OutOfOffice]" op een eigen regel toe boven de optie. </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Standaard domein waarnaar afwezigheidsantwoorden alleen zijn toegestaan.</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Bij het bewerken van een een script voor vakantie (afwezigheidsbericht) , kan de gebruiker een domein specificeren om het zenden van zulke berichten toe te limiteren. Om deze instelling vooraf te laden met een standaard waarde, voeg toe </para>
<programlisting
>OutOfOfficeDomain=mijnMailDomein.nl.test
</programlisting
><para
>aan de [OutOfOffice] sectie van het configuratiebestand van kmail. Als zo'n sectie niet bestaat, voeg dan eenvoudig "[OutOfOffice]" op een eigen regel toe boven de optie. Toepassen van standaarden aan de configuratiedialoog via de overeenkomstige knop zal dit domein herstellen, in het geval dat de gebruiker het had veranderd. </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>Toestaan dat afwezigheidsberichten worden verstuurd naar de afzender van berichten die als spam (ongewenst) zijn gemarkeerd.</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Standaard worden er geen afwezigheidsberichten verstuurd naar afzenders van berichten die als spam (ongewenst) zijn gemarkeerd. Om dit gedrag te veranderen, voeg toe </para>
<programlisting
>OutOfOfficeReactToSpam=true
</programlisting
><para
>aan de [OutOfOffice] sectie van het configuratiebestand van kmail. Als zo'n sectie niet bestaat, voeg dan eenvoudig "[OutOfOffice]" op een eigen regel toe boven de optie. Toepassen van standaarden aan de configuratiedialoog via de overeenkomstige knop zal deze instelling herstellen, in het geval dat de gebruiker het had veranderd. </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>disregardUmask</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>In versies voor 1.9, sloeg &kmail; alle bijlagen op naar de schijf met rechten ingesteld op 600 &mdash; alleen te lezen en te schrijven door de eigenaar van het bestand. In antwoord op gebruikersterugkoppeling, is dit instelbaar gemaakt in &kmail; versie 1.9, met de standaard gewijzigd in de umask ingesteld in het gebruikersaccount bij het opslaan van bestanden naar schijf. Om deze functie in te schakelen, voeg een regel toe (onder de [General] sectie) als: </para>
<programlisting
>disregardUmask=true
</programlisting>
<para
><prompt
>&percnt;</prompt
> <userinput
><command
>kwriteconfig</command
> <option
>--file <replaceable
>/path/to/kmailrc</replaceable
> --group General --key disregardUmask true</option
></userinput
> </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>AutoLostFoundMove</guilabel
></term>
<listitem
><para
>Activeer deze optie om de behandeling van nog niet geüploade berichten in niet verbonden IMAP-mappen te automatiseren die niet geüpload konden worden. Dit kan gebeuren als de map was verwijderd van de server of uw toegangsrechten beperkter geworden. Zulke berichten zullen automatisch naar een nieuw aangemaakte lost+found map worden verplaatst als deze optie is in geschakeld, anders wordt u telkens gevraagd hoe verder te gaan. </para>
</listitem>
</varlistentry>

<varlistentry>
<term
><guilabel
>ShowUserAgent</guilabel
></term>
<listitem>
<para
>Beginned in versie 1.9, kan &kmail; de User-Agent- of X-Mailer-waarde tonen in de berichtkop als Elegante berichtkoppen (zie menu Beeld->Berichtkoppen). Om deze functie in te schakelen, voeg een regel toe (onder de [Reader] sectie) als: </para>
<programlisting
>ShowUserAgent=true
</programlisting>
<para
><prompt
>&percnt;</prompt
> <userinput
><command
>kwriteconfig</command
> <option
>--file <replaceable
>/path/to/kmailrc</replaceable
> --group Reader --key ShowUserAgent true</option
></userinput
> </para>
</listitem>
</varlistentry>

</variablelist>
</sect1>

</chapter>