Sophie

Sophie

distrib > Mandriva > 2010.0 > i586 > media > contrib-release > by-pkgid > d667a145d78a93cee78c5358ca99c039 > files > 41

howto-text-nl-2006-5mdv2010.0.noarch.rpm

  Red Hat Linux 6.X als een Internet Gateway voor een Thuis
  Netwerk
  Paul Ramsey
  Vertaler:  Reggy Ekkebus, reggy@zeelandnet.nl
  January 22, 2000

  Dit is een simpel document over hoe een pc te configureren met Red Hat
  6.X en aanverwante Linux varianten voor het maken van een internet
  gateway voor een thuis Netwerk. Dit document bevat ook  masquerading,
  DNS, DHCP, en basisveiligheid.
  ______________________________________________________________________

  Inhoudsopgave


  1. Introductie

     1.1 Versies
     1.2 Copyright

  2. Aansluiten van de Hardware

     2.1 Met een Hub
     2.2 Zonder een Hub
     2.3 Met maar een Netwerk kaart

  3. Het netwerk configureren

     3.1 Een netwerk driver configureren
        3.1.1 Twee identieke netwerk kaarten
     3.2 Het binnen netwerk configureren
        3.2.1 Het Netwerk Device
        3.2.2 De DHCP Server
        3.2.3 De Client Computers
        3.2.4 De DNS Server
        3.2.5 Het binnen netwerk testen
     3.3 Het buiten netwerk configureren
        3.3.1 Met een statisch IP
        3.3.2 Met DHCP
        3.3.3 Vreemde en Afwijkende
           3.3.3.1 PPP Over Ethernet (PPPoE)
           3.3.3.2 Stomme DHCP truukjes
           3.3.3.3 Road Runner
        3.3.4 Naar de netwerk intreden kijken.
     3.4 Security

  4. Masquerading configureren

  5. Problemen

     5.1 ICQ Werkt niet


  ______________________________________________________________________

  1.  Introductie

  Deze pagina bevat een simpele beschrijving van hoe een Redhat 6.X te
  configureren als een internet gateway voor thuis of een klein
  bedrijfje.  De instructies zijn erg simpel: speciale gevallen worden
  hier niet behandeld, en sommige stelling over hoe netwerkadressen
  gebruikt worden. De belangrijkste stellingen zijn:


  ·  Je hebt een Kabel of ADSL connectie naar het Internet.

  ·  Je kan Red Hat 6.X installeren op een van je computers.  Deze
     richting is ook van toepassing op RedHat afgeleiden, zoals Mandrake
     6.X welke wordt gedistubieerd door MacMillan Publishing onder
     verschillende labels.

  ·  Je Linux computer heeft twee met Linux compatible netwerkkaarten

  ·  Als je meer dan twee computers hebt dan heb je ook een hub nodig of
     een cross-link kabel niet meer dan twee computers hebt.

  ·  Je weet hoe je text moet editten onder Linux.

  ·  Je kan als root inloggen op je machine. Je weet hoe je RPM's moet
     installeren van je Linux cdrom.

  Als je van boven staande niets weet weet, dan is het waarschijnlijk
  dat dit document niets voor je is.

  Tijdens het installatie proces is er niets specials te doen.  Kies
  simpel een installatie waarvan je denkt dat ie bij je past.  Dit
  document geeft aanwijzingen om alles te installeren wat nodig is om
  een thuis netwerk te maken, om te voorkomen dat je stellingen maakt
  over wat geinstalleerd of geconfigureerd is tijdens de installatie. Om
  zeker te weten dat dingen werken en er geen misverstanden zijn over
  waar informatie naar toe gaat, alle configuratie wordt gedaan door het
  direct editten van de configuratie files in tegenstelling tot het
  gebruiken van een GUI configuratie tool dat bij Red Hat zit. Aan de
  ene kant zal dit een beetje moeilijker zijn dan het moet zijn; maar
  aan de andere, zal je je beter kunnen over brengen naar een andere
  distributie of situatie (zoals, wat als X het niet doet, of als je een
  server zonder monitor installeert).

  1.1.  Versies

  De laatste versie van dit document is altijd te vinden op
  http://www.coastnet.com/~pramsey/linux/homenet.html voor de HTML
  versie en http://www.coastnet.com/~pramsey/linux/homenet.sgml voor de
  SGML versie.


  ·  December 21, 1999 : Eerste versie.

  ·  Januari 2, 2000 : Suggestie van John Mellor over het opzetten van
     externe netwerk gewoonte's.

  ·  Januari 22, 2000 : Een kleine update over identieke netwerk kaarten
     en info over IP aliasing van Chris Lea.

  1.2.  Copyright

  Copyright © 2000, Paul Ramsey.

  Deze manual mag in zijn geheel gereproduceerd worden, zonder leges,
  zie onder voor de restricties:


  ·  De copyright  mededeling hier boven en de permissie notitie moeten
     compleet behouden blijven, op alle komplete of stukjes kopie's

  ·  Elke vertaling of afgeleid werk moet bij de auteur worden
     aangevraagd voor dat deze gedistribueerd wordt.

  ·  Als je werk in delen distributeerd, moet het een instructie
     bevatten hoe je aan de complete manual kunt komen.


  ·  Een klein deel mag gereprduceerd worden als illustratie voor een
     overzicht of noteringen in ander werk zonder deze permissie
     mededeling als een goed citaat is gegeven.

  Uitzonderingen op deze regels mogen worden gegeven voor school
  doeleinden: Vraag het aan de auteur. Deze beperkingen hier zijn om ons
  de auteurs te beschermen, niet om beperkingen op te leggen voor
  degenen die het willen leren of uitdragen

  2.  Aansluiten van de Hardware

  Afhankelijk van of je een hub gebruikt of niet, je netwerk structuur
  zal weinig anders zijn. Ik behandel enkel netwerken met RJ45
  bekabeling (dat spul dat lijkt op telefoon kabels) dus geen coax
  bekabeling.  Met coax kan je veel machines aan elkaar koppelen zonder
  een hub, maar je moet voorzichtig zijn met het termineren van
  connecties enzo.  Als je al een klein beetje van netwerken weet dan is
  deze uitleg groten deels dubbel.

  2.1.  Met een Hub

  Als je een hub hebt, dan zou je netwerk er zo
  <http://www.coastnet.com/~pramsey/linux/w_hub.gif> uit kunnen zien.

  Verbind de eth0 kaart op de Linux computer met de kabel modem of ADSL
  box door gebruik van de kabel bijgeleverd door de service provider
  tijdens de installatie (of een waarvan je weet dat die werkt in die
  configuratie. Dit is belangrijk omdat soms kabel modems graag
  crossover verbonden willen worden en soms rechtdoor: de kabel die het
  bedrijf je heeft gegeven is de kabel die je moet gebruiken.

  Verbind de eth1 kaart in de Linux computer met de hub met een
  rechtdoor kabel.  Verbind alle andere computers met de hub doormiddel
  van en rechtdoor kabel.

  2.2.  Zonder een Hub

  Als je geen hub hebt, kun je nog steeds een computer verbinden met je
  Linux doos, met een crossover kabel. Je topologie ziet er dan zo
  <http://www.coastnet.com/~pramsey/linux/wo_hub.gif> uit.

  Verbind de eth0 kaart in de Linux box met de kabel modem of ADSL box
  door het gebruik van de kabel geleverd door de service provider.
  Verbind de eth1 kaart in de Linux box met de andere computer
  doormiddel van een crossover kabel.

  2.3.  Met maar een Netwerk kaart

  Dit is niet een aanteraden configuratie (in deze configuratie zijn je
  interne en externe netwerk op het zelfde fisieke adres, en zijn
  daardoor theoretisch gezien gevoeliger voor een kraak; in werkelijk
  heid, is het risico erg laag), maar het kan. Je kan er van denken wet
  je wil.

  De Linux kernel bied ondersteuning voor "IP aliasing", wat een
  ethernet kaart instaat stelt om twee verschillende IP adressen
  gelijkertijd te gebruiken. De standaard kernel die bij Red Hat en
  Mandrake zitten hebben ondersteuning voor IP aliasing standaard. Om je
  gateway in te stellen met maar een netwerk kaart, in alle volgende
  code voorbeelden gewoon de eth1 met eth0:0 vervangen.

  In een enkele kaart situatie is een DHCP server draaien niet aan te
  raden.

  Plug al je machines en je kabel modem of ADSL box in de hub. Kruis je
  vingers en ga door.
  3.  Het netwerk configureren

  Ok, nu heb je Linux geinstalleerd op je gateway computer. Je kan zelfs
  al een van je netwerk kaarten geconfigureerd hebben, en verbinding met
  het internet ingesteld hebben. Hoewel, we beginnen vanaf het begin en
  gaan ervan uit dat er nog niets is geconfigureerd.

  Log in als root. Alle instructies gegeven in die document nemen aan
  dat je ingelogd bent als root.

  De Linux kernel verwijst naar je twee netwerk kaarten als eth0 en
  eth1, dus dat is hoe ik naar ze ga verwijzen van nu af aan. Het
  probleem is, welke is welke? Hier is een  "simpele" manier om het uit
  te vinden, gegarandeerd om op z'n minst voor 50% van de keren te
  werken. Leg je computer op de tafel het moederbord horizontaal en de
  achterkant naar je toe (net alsof je er iets aan gaat doen). De meest
  linker kaar is eth0 -- je kan het markeren met een beetje tape.
  Schrijf nu de fabrikant en het model van beiden op een stuk papier.

  Ok laten we kijken of eth0 en eth1 automatisch herkent worden door de
  kernel.  Type ifconfig eth0 en ifconfig eth1. In beide gevallen, als
  de kernel je kaart heeft herkent, zie je iets als dit (het maakt niet
  uit dat de cijfertjes een beetje anders zijn):


  eth0   Link encap: Ethernet   HWaddr 00:60:67:4A:02:0A
         inet addr:0.0.0.0  Bcast:0.0.0.0  Mask:255.255.255.255
         UP BROADCAST RUNNING MULTICAST  MTU:1500  Metric:1
         RX packets:466 errors:0 dropped:0 overruns:0 frame:0
         TX packets:448 errors:0 dropped:0 overruns:0 carrier:0
         collisions:85 txqueuelen:100
         Interrupt:10 Base address:0xe400




  Als je kernel de netwerk kaart niet herkent zul je iets als dit zien:


  eth0: error fetching interface information: Device not found.




  3.1.  Een netwerk driver configureren

  Als beide netwerk kaarten zijn gevonden, ga dan naar de volgende
  sectie.  Zoniet lees dan deze sectie.

  OK, dus een of beide kaarten worden niet herkent door de kernel. Dit
  is geen probleem, echt. Wat we moeten doen is de kernel iets precieser
  vertellen waar hij de kaarten kan vinden. Er zijn een helehoop bochten
  en draaien, ik ga ze niet allemaal vertellen. Onthoud, als het echt
  niet gaat kijk dan in de Ethernet HOWTO.  Hier kun je veel adviesen
  vinden.


  ·  Je hebt een PCI netwerk kaart. Je zit waarschijnlijk goed,
     aannemend dat het niet supernieuw en exclusief is dat er geen
     driver voor is. Je kan meestal veel vinden over je netwerk kaarten
     (en andere dingen) door het lezen van /proc/pci en het opschrijven
     van merk en model.

  ·  Je hebt een ISA netwerk kaart. Het is mogelijk dat je het IO base
     adres en het IRQ van de kaart moet weten. Je hebt handleidingen,
     toch? Zo niet, dan is dit het goede moment om naar de site van de
     maker te gaan en kijk of zij online informatie hebben. Of als je
     een oude DOS configuratie diskette hebt, boot dan DOS en kijk of er
     een setup programma is dat het adress en IRQ leest en schrijft.

  ·  Je hebt een ISA Plug'n'Play kaart. Je moet eerst leren hoe je het
     moet configureren -- Lees de Plug'n'Play HOWTO. Gelukkig, als je de
     kaart hebt geconfigureerd weet je precies het IO adres en het IRQ.

  Nu je weet wat het model en merk van de eth0 en eth1 is kan je naar de
  compativiliteits pagina gaan van de  Ethernet HOWTO om te kijken of je
  kaart erbij staat. Kijk naar de aanbevolen driver, en de informatie
  over een speciale driver die je kaart misschien nodig heeft. Schrijf
  het op.

  Het is tijd om een configuratie file aan te passen! De file die we
  gaan aan passen is  /etc/conf.modules. Open deze file in de text
  editor naar keuze. Omdat er zo veel mogelijke manieren en combinaties
  van dingen zijn om in de file te komen, ga ik mijn eigen gateway als
  voorbeeld gebruiken. Ik heb een PCI 10/100MB kaart gebaseerd op de VIA
  Rhine chip, en een plain-jane 10MB NE2000 kloon. Ik gebruik de 100MB
  kaart voor het interne netwerk en de 10MB kaart voor het externe
  netwerk. Mijn /etc/conf.modules file ziet er zo uit:


  alias parport_lowlevel parport_pc
  alias eth0 ne
  options ne io=0x300 irq=10
  alias eth1 via-rhine




  Mijn conf.modules file is zo uitgelegd:


  ·  De eerste regel staat er om mijn paralelle poort om te printen te
     configureren.  Je hebt waarschijnlijk dezelfde regel. Laat deze
     regel met rust.

  ·  De tweede regel (alias eth0 ne) verteld de kernel om de ne driver
     te gebruiken voor het eth0 device.

  ·  De derde regel (options ne io=0x300 irq=10) verteld de ne driver op
     welk io adres en irq hij de ISA kaart zal vinden. Als je een ISA
     kaart hebt zal je waarschijnlijk zo iets dergelijks moeten
     gebruiken, verander gewoon de driver naam en de io en irq
     informatie voor je kaart.

  ·  De vierde regel alias eth1 via-rhine) verteld de kernel dat hij de
     via-rhine driver voor eth1 moet gebruiken. Omdat mijn eth1 kaar een
     PCI kaart is, moet ik geen io en irq informatie meegeven: het PCI
     subsysteem configureert de kaart automatisch.

  Je kan kijken in de conf.modules om te kijken of de alias regels goed
  zijn ingesteld voor beide kaarten, en de goede optie regels voor al je
  ISA kaarten.  Je kan al regels hebben in je conf.modules voor elke
  ethernet kaart die je hebt geconfigureerd tijdens de installatie.

  Als je klaar bent met het editten van de conf.modules, probeer dan
  ifconfig eth0 en ifconfig eth1 opnieuw. Je kan enkele waarschuwingen
  en fouten krijgen als je met de IO adressen en IRQ's speelt zonder een
  boekje van de fabriek.




  3.1.1.  Twee identieke netwerk kaarten

  Dus, je was erg slim, je hebt twee identieke netwerk kaarten gekocht
  voor je Linux gateway en nu kun je ze niet samen laten werken? Maak je
  geen zorgen, om ze goed te laten werken is gewoon de goede syntaxis
  gebruiken in /etc/conf.modules.  Bijvoorbeeld, het IO en IRQ nummer
  zijn ingesteld, en ik ga er van uit dat je twee dezelfde NE2000 clones
  hebt gekocht ( een gewone keuze). Dan ziet je /etc/conf.modules file
  er zo uit:


  alias eth0 ne
  alias eth1 ne
  options ne io=0x330,0x360 irq=7,9




  De adres opties zijn allemaal gegeven op de zelfde regel, en het
  eerste nummen voor elke adres type is voor de eth0, en het tweede voor
  eth1.

  3.2.  Het binnen netwerk configureren

  Het "binnen netwerk" is het netwerk waar al je thuis/kantoor machines
  op willen zitten. Het "buiten netwerk" is een het grote
  angstaanjagende internet aan de andere kant van je Linux box. Het
  binnen netwerk is compleet afgeschemd van het buiten netwerk door de
  Linux box, wat als een gemiddelde sterke firewall dient.

  3.2.1.  Het Netwerk Device

  Nu je drivers werken en je eth0 en eth1 kan zien in ifconfig is het
  tijd om je interne netwerk in te gaan stellen. Ik neem aan dat je je
  interne netwerk op eth1 zet en je externe netwerk op eth0.

  Je interne netwerk wordt een prive netwerk en zal daarom op een
  speciaal gereserveerd netwerk voor interne netwerken zijn:
  192.168.1.0. Dit is een "private Class C network", in het geval dat je
  indruk wilt maken op je vrienden.

  Eerst moeten we zeker weten dat netwerken aan staat. Verander de file
  /etc/sysconfig/network en weet zeker dat de volgende regels er in
  staan:


  NETWORKING=yes
  FORWARD_IPV4=yes




  De eerste regel vertelt Linux dat we het netwerk device geactiveerd
  willen hebben als we opstarten. De tweede regel verteld Linux dat IP
  forwarding moet worden aangezet. Dit is nodig als we masquerading gaan
  configureren in Sectie 4.

  Alle netwerk interface instellingen voor Red Hat en Red Hat afgeleiden
  staan in de files in de directory /etc/sysconfig/network-scripts. Ga
  naar de directory en maak een file ifcfg-eth1. Zet het volgende in die
  file:





  DEVICE=eth1
  IPADDR=192.168.1.1
  ONBOOT=yes




  Deze code verteld de netwerk scripts dat eth1 bij het booten moet
  worden geconfigureerd en dat ze het een vast Ip adres moeten geven.
  Activeer je netwerk met de nieuwe instellingen met het volgende
  commando: /etc/rc.d/init.d/network restart

  3.2.2.  De DHCP Server

  Een DHCP server zal automatisch devices op je interne thuis netwerk Ip
  adressen geven. Dit is erg handig voor mensen met laptops: zij kunnen
  simpel hun machines in het netwerk pluggen en ze zijn gelijk goed
  geconfigureerd.  Als je geen DHCP server wilt in je interne
  thuisnetwerk ga dan door naar de volgende sectie.

  Eerst moet je kijken of je de DHCP server hebt geinstalleerd. Mount je
  Linux CD en installeer de dhcp RPM. Verander nu de /etc/dhcpd.conf
  file en zet het volgende (en alleen het volgende) er in:


  subnet 192.168.1.0 netmask 255.255.255.0 {
    range 192.168.1.2 192.168.1.60;
    default-lease-time 86400;
    max-lease-time 86400;
    option routers 192.168.1.1;
    option ip-forwarding off;
    option broadcast-address 192.168.1.255;
    option subnet-mask 255.255.255.0;
  }




  Als je je Linux box gaat instellen als een caching domain name server,
  zet dan de volgende optie er ook bij:


  option domain-name-servers 192.168.1.1;




  Als je de buiten DNS adressen weet en als je je linux Box niet gaat
  gebruiken als een DNS server, zet er dan de volgende optie bij, waar
  x.x.x.x en y.y.y.y zijn de IP nummers van de DNS server:


  option domain-name-servers x.x.x.x, y.y.y.y;




  Als je een Samba file deling gaat draaien op je Linux box voor je
  Windows computer, zet er dan de volgende opties nog bij om je Linux
  box als de standaard Wins en browsing server te gebruiken:






  option netbios-name-servers 192.168.1.1;
  option netbios-dd-server 192.168.1.1;
  option netbios-node-type 8;
  option netbios-scope "";




  Samba en WINS configureren is ver buiten beschouwing van dit document.
  Als je een link wilt, start met de SMB HOWTO en ga van daaruit verder.

  Er zijn nog steeds een paar stappen. Verander de /etc/rc.d/rc.local
  file en voeg de volgende regels toe aan het einde:


  # Set up the broadcast device to support DHCP
  /sbin/route add -host 255.255.255.255 dev eth1




  Windows DHCP clients hebben een speciaal broadcast adres nodig het
  DHCP antwoord, en dit commando forceert de Linux TCP/IP stack het te
  produceren.

  De volgende stap de is de /etc/rc.d/init.d/dhcpd file eth1 laten
  gebruiken als het standaard device. Verander de regel:


  daemon /usr/sbin/dhcpd




  Met:


  daemon /usr/sbin/dhcpd eth1




  OK, nu zijn we klaar om DHCP te starten. Start eerst de DHCP server
  met het commando: /etc/rc.d/init.d/dhcpd start. Voeg nu het speciale
  broadcast adres toe met /sbin/route add -host 255.255.255.255 dev
  eth1.

  Tot slot, we moeten zeker weten dat de DHCP server start als we de
  computer opnieuw opstarten. Sommige RPM packages van de DHCP server
  hebben geen instructies om zeker te weten dat de server elke keer
  start, dus doen wij het met chkconfig dhcpd on.

  Dit commando zorgt ervoor dat RedHat het dhcp opstart script toevoegt
  aan de verschillende runlevel directory's onder /etc/rc.d. In de
  runlevels 3 en 5 (multiuser console en multiuser X) wordt de DHCP
  server gestart. In de runlevels 0, 1 en 6 (shutdown, single user en
  reboot) wordt de DHCP server gestopt.

  3.2.3.  De Client Computers

  Als je DHCP hebt ingesteld, is het configureren van je client
  computers erg simpel: Zet gewoon DHCP configuratie aan. Voor Windows
  computers, houd dit in het open van het "Control Panel" en de
  "Networking" optie kiezen. Vindt het "TCP/IP" protocol en doe
  "Configure" Zet "Configure TCP/IP address automatically" aan, sla de
  veranderingen op en reboot.
  Voordat je reboot, kun je het volgende commando op je Linux box
  intypen: tail -f /var/log/messages. Dit houd je Linux systeem log
  continu in de gaten. Als alles goed gaat, als je je Windows computer
  her start, zie je een aanvraag voor een IP adres en je ziet de DHCP
  server antwoorden. Control-C sluit het tail -f commando af.

  Als je DHCP niet hebt ingesteld, is het configureren nog steeds best
  simpel. Opnieuw open de "Networking" optie van het "Control Panel", en
  kies het configureren van het TCP/IP protocol. Je kan je client
  computers elk adres geven in het 192.168.1.0 netwerk behalve
  192.168.1.0 (het netwerk adres), 192.168.1.255 (het broadcast adres)
  of 192.168.1.1 (je Linux server).  Geef nooit twee computers het
  zelfde IP adres. Zet het "Gateway" adres op 192.168.1.1, zodat het
  uitgaande verkeer via je Linux gateway gaat.

  De IP Masquerading HOWTO heeft erg gedetaileerde informatie over
  client configuratie in de Configuration Section.

  3.2.4.  De DNS Server

  Je Linux box instellen als een cachins DNS server zal je surfsnelheid
  op het internet (een beetje) verhogen, omdat vaak gebruikte DNS
  adressen worden opgeslagen in je netwerk en moeten dan niet meer
  worden opgehaald van buiten af.

  Als je interesse hebt in een volledige DNS server, is er een grote
  hoeveelheid aan complexiteit te leren. Er is een DNS HOWTO
  verkrijgbaar, en het boek DNS and BIND is een goede en omvattende
  papieren referentie.

  Om je client machines te laten profiteren van de caching server,
  moeten ze Linux gateway gebruiken als de primaire DNS server. De DHCP
  directieven gegeven in sectie 3.2.2 is manier om het voor elkaar te
  krijgen. Als je je client computer met de hand configureerd, kun je de
  DNS configuratie in het zelfde menu doen als waar je je IP adres hebt
  ingesteld van de machine.

  Om de DNS server te installeren, installeer je eerst de bind RPM, en
  daarna de caching-nameserver RPM. Nu ben je bijna klaar.

  Geinstalleerd werkt de caching server goed, maar als je de IP adressen
  van de DNS server van je provider weet kan dit de snelheid verhogen.
  Dit stel je in door de /etc/named.conf file te veranderen en de
  volgende regels toe te voegen na de directory regel (waar x.x.x.x en
  y.y.y.y de primaire en secondary DNS server zijn):


  forwarders { x.x.x.x; y.y.y.y; };




  Deze verandering laat je DNS server eerst kijken bij je ISPs DNS
  servers voordat hij het internet helemaal oversteekt om te zoeken naar
  het gegeven adres.  De server van de ISPs hebben vaak een grote cache
  aan DNS informatie en zij kunnen veel sneller antwoord geven dan
  andere servers.

  OK, nu kunnen we de DNS server starten: /etc/rc.d/init.d/named start

  3.2.5.  Het binnen netwerk testen

  Totdat we het buiten netwerk hebben ingesteld zal de DNS dienst niet
  werken (sinds hij moet communiceren met andere DNS servers op het
  internet), maar we kunnen de basis interne verbindingen testen met het
  ping programma.
  Op een van je client computers, open een terminal (MSDOS) scherm, en
  type ping 192.168.1.1. Dit zend een pakketje naar je Linux computer op
  reguliere intervallen, en je Linux computer zal de packetjes terug
  zenden. Als de dingen goed werken, zou je packetjes terug moeten zien
  komen.

  3.3.  Het buiten netwerk configureren

  Nu zijn we klaar om het buiten netwerk te configureren. Soms zal dit
  moeilijk zijn, dit hangt af van hoe goed je internet provider Linux
  ondersteunt. Als je problemen hebt is er een ADSL mini-HOWTO welke
  dingen gedetailleerd verteld over ADSL. Als ik een Kabel Modem HOWTO
  kan vinden zal ik die ook linken.

  Het grootste probleem met buiten connecties is het krijgen van een IP
  adres.  Sommige internet providers geven statische Ip adressen aan
  kabel en adsl gebruikers, en in dat geval is het configureren
  makkelijk. Hoewel, veel providers nu zijn overgestapt op dynamische
  configuratie via (je raad het) DHCP. Dit betekend dat je Linux
  computer een DHCP server is op je eth1 interface en een DHCP client op
  je eth0 interface.

  Veel providers bieden hun diensten aan op niet standaard manier wat
  aanneemt dat hun klanten Windows gebruiken. Sommige van deze gevallen
  worden besproken op het einde van sectie 3.3.2.

  3.3.1.  Met een statisch IP

  Als je internet provider je een statisch IP adres heeft gegeven, zit
  je goed. Eerst, maak een nieuwe interface configuratie file,
  /etc/sysconfig/network-scripts/ifcfg-eth0 en zet er het volgende in:


  DEVICE=eth0
  IPADDR=x.x.x.x
  NETMASK=y.y.y.y
  ONBOOT=yes




  Zet bij x.x.x.x en y.y.y.y de waarden die je internet provider je
  gegeven heeft. Verander nu de /etc/resolv.conf file en vul de volgende
  informatie in:


  search provider_domain_here
  nameserver n.n.n.n
  nameserver m.m.m.m




  Het provider_domain zou gegeven moeten zijn door je internet provider.
  Vul ook de primaire en secudaire DNS server in de n.n.n.n en m.m.m.m
  regels.  Als je je Linux doos in hebt gesteld als een DNS server, kun
  je een regel toevoegen voor de andere nameservers met: nameserver
  127.0.0.1.  Dit zorgt ervoor dat je server eerst de caching server
  gebruikt voordat hij de DNS servers van de provider om DNS informatie
  vraagt.

  3.3.2.  Met DHCP

  Als je internet provider DHCP configuratie gebruikt, moet je een
  nieuwe interface configuratie file maken, /etc/sysconfig/network-
  scripts/ifcfg-eth0 en er het volgende in zetten:
  DEVICE=eth0

  BOOTPROTO=dhcp

  ONBOOT=yes

  Nu kijk je of de dhcpcd client deamon is geinstalleerd op je systeem.
  Ga naar je Linux CD en installeerd het dhcpcd RPM package.

  Het is tijd om je nieuwe netwerk configuratie te testen. Gebruik
  gewoon het commando /etc/rc.d/init.d/network restart. Test nu de
  connectie naar buiten met ping. Ping een computer op het internet,
  zoals www.yahoo.com en kijk of er iets terug komt.

  3.3.3.  Vreemde en Afwijkende

  Je situatie kan verschillend zijn met de erg simpele situatie
  hierboven beschreven.  Hier zijn enkele korte opmerkingen op de
  verschillende moeilijkheden en links naar meer geautoriseerde bronnen
  en de adressen van die bronnen. Dank aan John Mellor voor het geven
  van de links en de aansporing om deze sectie toe te voegen.

  3.3.3.1.  PPP Over Ethernet (PPPoE)

  Veel ADSL providers (Bell Atlantic, bijvoorbeeld) staan er nu op dat
  hun nieuwe klanten verbinding maken met de dienst met het "PPP over
  Ethernet" protocol (PPPoE). Tot nu toe, geven ze een Windows client
  programma: niet erg bruikbaar voor Linux gebruikers. Gelukkig is PPPoE
  een simpel protocol en veel krachtsinspanningen zijn er om er Linux
  ondersteuning voor te krijgen, ze zijn allemaal in het vroege stadium.


  ·  PPPoE met Linux voor Bell Sympatico

  ·  PPPoE voor Linux voor Sympatico (Algemene Info) (Linux Info)

  3.3.3.2.  Stomme DHCP truukjes

  Een van de favoriete truuks van netwerk providers is hun dienst aan
  een unieke hostnaam binden, of zelfs een unieke netwerk kaart. Dit is
  vermoedelijk om je tegen te houden om verschillende computers in je
  ethernet poort met een hub (natuurlijk, met het gebruik van Linux en
  Masquerading krijg je het zelfde effect met betere veiligheid en de
  kabel maatschappij weet het niet eens!).

  Als de provider je een hostnaam heeft gegeven en erop staat dat je je
  Windows box met die hostnaam instelt om hun dienst te gebruiken, dan
  moet je zeker weten dat je Linux box deze hostnaam zend als hij vraagt
  om een adres van de DHCP server.

  De Red Hat DHCP client wordt aangeroepen als je het BOOTPROTO om dhcp
  insteld in de interface configuratie file, maar het wordt aangeroepen
  zonder referente naar een hostname. Om het programma aanteroepen met
  een hostname, in Red Hat 6.1, verander de /etc/sysconfig/network file
  en verander de regel:

  HOSTNAME=

  Naar dit:

  HOSTNAME=your_isp_assigned_name

  Dit zal niet werken in sommige Red Hat varianten. Als het niet werkt,
  kijk dan in het /sbin/ifup script en kijk of het het dhcpcd en pump
  programma aanroept met de -h $HOSTNAME optie. Als ze dat niet doen,
  voeg het dan toe, zodat de aanroep er als volgt uit ziet: /sbin/dhcpcd
  -i $DEVICE -h $HOSTNAME en /sbin/pump -i $DEVICE -h $HOSTNAME.

  3.3.3.3.  Road Runner

  De Road Runner kabel dienst heeft een speciaal login proces wat
  gedraait moet worden voordat de server gebruikt kan worden.  Gelukkig
  is er een zeer gedetailleerde Linux Road Runner HOWTO verkrijgbaar.

  3.3.4.  Naar de netwerk intreden kijken.

  Nu kun je je werk bewonderen. Type ifconfig om al je geconfigueerde
  devices te zien. Op mijn gateway computer ziet het er zo uit:


  eth0  Link encap:Ethernet  HWaddr 00:60:67:4A:02:0A
        inet addr:24.65.182.43  Bcast:24.65.182.255  Mask:255.255.255.0
        UP BROADCAST RUNNING MULTICAST  MTU:1500 Metric:1
        RX packets:487167 errors:0 dropped:0 overruns:0 frame:0
        TX packets:467064 errors:0 dropped:0 overruns:0 carrier:0
        collisions:89 txqueuelen:100
        Interrupt:10 Base address:0xe400
  eth1  Link encap:Ethernet  HWaddr 00:80:C8:D3:30:2C
        inet addr:192.168.1.1  Bcast:192.168.1.255  Mask:255.255.255.0
        UP BROADCAST RUNNING MULTICAST  MTU:1500 Metric:1
        RX packets:284112 errors:0 dropped:0 overruns:0 frame:1
        TX packets:311533 errors:0 dropped:0 overruns:0 carrier:0
        collisions:37938 txqueuelen:100
        Interrupt:5 Base address:0xe800
  lo    Link encap:Local Loopback
        inet addr:127.0.0.1  Mask:255.0.0.0
        UP LOOPBACK RUNNING  MTU:3924  Metric:1
        RX packets:12598 errors:0 dropped:0 overruns:0 frame:0
        TX packets:12598 errors:0 dropped:0 overruns:0 carrier:0
        collisions:0 txqueuelen:0




  Zie dat het eth0 interface een fantastisch buiten IP adres heeft en
  het eth1 adres is een prive intern adres.

  Je kan naar de netwerk routes kijken door het typen van het route
  commando. Op mijn gateway computer ziet het er zo uit:


    Kernel IP routing table
    Destination     Gateway      Genmask         Flags Metric Ref Use Iface
    255.255.255.255 *            255.255.255.255 UH    0      0     0 eth1
    192.168.1.0     *            255.255.255.0   U     0      0     0 eth1
    24.65.182.0     *            255.255.255.0   U     0      0     0 eth0
    127.0.0.0       *            255.0.0.0       U     0      0     0 lo
    default         24.65.182.1  0.0.0.0         UG    0      0     0 eth0




  Hier zien we dat het buiten netwerk is ingesteld en ook het binnen
  netwerk.  Het locale device is ingesteld, het speciale broadcast adres
  is ingesteld, en de standaard route wijst naar de gateway van de
  internet provider. Perfect!

  Nu je het buiten en binnen netwerk hebt. Alles wat nog nodig is is de
  deur tussen die twee openen. Eerst, moeten we zeker weten dat dat er
  geen monsters van buiten naar binnen komen.


  3.4.  Security

  Een van de nadelen van het permanent online zijn met ADSL of Kabel is
  dat je computer wordt bloot gesteld aan potentiele security
  bedreigingen 24 uur per dag, 7 dagen in een week. Linux gebruiken als
  gateway verlaagt de risico's, omdat het alle andere computers
  verstopt: in zo verre dat de rest van het internet dat weet, alleen je
  Linux box is beschikbaar voor connecties.  Dit betekent dat je netwerk
  alleen zo veilig is als je Linux box, dus nu geef ik een paar
  standaardtips om je computer veiliger te maken.

  Eerst, moet je alle slechte mensen buiten sluiten. Om dit te doen,
  verander de file /etc/hosts.deny en weet zeker dat het er zo uit ziet:


  #
  # hosts.deny  This file describes the names of the hosts which are
  #             *not* allowed to use the local INET services, as decided
  #             by the '/usr/sbin/tcpd' server.
  #
  #             The portmap line is redundant, but it is left to remind you that
  #             the new secure portmap uses hosts.deny and hosts.allow. In particular
  #             you should know that NFS uses portmap!
  ALL: ALL




  Dit verteld de "TCP wrappers" -- wat 95% van de inkomende verbindingen
  beheert -- om alle verbindingen van alle computers af te wijzen. Dit
  is een erg goede regel! Maar, het houdt je binnen computers ook tegen
  verbinding te zoeken met je Linux computer, wat erg lastig is, dus we
  maken een uitzondering.  Verander de file /etc/hosts.allow en weet
  zeker dat deze er zo uitziet:



  #
  # hosts.allow  This file describes the names of the hosts which are
  #              allowed to use the local INET services, as decided
  #              by the '/usr/sbin/tcpd' server.
  #
  ALL: 127.0.0.1
  ALL: 192.168.1.




  Dit verteld de "TCP wrappers" dat ze verbing naar alle diensten kunnen
  toestaan van het locale device (127.0.0.1) en van je thuis netwerk
  (192.168.1.).

  Je hebt nu de monsters buiten gesloten, met een sterk hangslot. Als je
  versperringen en alarm systemen wilt instellen moet je veel
  gecompilceerder zijn.  De Security HOWTO is een goede plek om te
  starten als je meer wilt leren over hoe je je Linux box veiliger moet
  maken.

  4.  Masquerading configureren

  Ok! De voorbereidingen zijn voorbij, dit is waar de magie begint.  IP
  masqueradingn is een van de echte magische diensten die Linux
  verstrekt.  er zijn commerciele producten voor Windows welke het
  zelfde doen, maar niet zo efficient: een oude 386 kan gelukkig IP
  masqueradingn diensten verstrekken aan een heel gemiddeld groot
  kantoor, maar kan niet eens Windows 95 draaien, laat staan het
  masquerading pakket.

  Linux heeft een extreem veelzijdige firewall mogelijkheid, en wij gaan
  het gebruiken in de simpelste en meeste grove manier gebruiken. Als je
  wilt leren om firewalls te maken als een expert, moet je de
  Firewalling HOWTO voor het begrijpen van de theorie lezen en de
  IPChains HOWTO voor instrucies voor de nieuwe ipchains firewall tool
  welke zit bij de Linux 2.2.X kernel (en bij uitbreiding Red Hat 6.X).
  Er is nu ook een erg goede IP Masquerading HOWTO verkrijgbaar welke
  meer details van masquerading bescrijft.

  Simpel masquerading configuren is heel erg simpel als je interne en
  externe netwerk operationeel zijn. Verander de /etc/rc.d/rc.local file
  en voeg de volgende regels onderaan toe:


  # 1) Flush de regel tabellen.
  /sbin/ipchains -F input
  /sbin/ipchains -F forward
  /sbin/ipchains -F output
  # 2) Stel de MASQ timing in en sta DHCP configuratie pakketjes toe.
  /sbin/ipchains -M -S 7200 10 60
  /sbin/ipchains -A input -j ACCEPT -i eth0 -s 0/0 68 -d 0/0 67 -p udp
  # 3) Wijs alle forwarding pakketjes af behalve die van het lokale netwerk.
  #    Masquerate die.
  /sbin/ipchains -P forward DENY
  /sbin/ipchains -A forward -s 192.168.1.0/24 -j MASQ
  # 4) Laad forwarding modules voor speciale diensten.
  /sbin/modprobe ip_masq_ftp
  /sbin/modprobe ip_masq_raudio




  De laatste twee regels voegen de kernel modules in om FTP en RealAudio
  te laten werken voor de computers in het binnen netwerk. Er zijn
  andere modules voor speciale diensten welke je kan invoegen als je ze
  nodig hebt:


  ·  CUSeeMe (/sbin/modprobe ip_masq_cuseeme)

  ·  Internet Relay Chat (/sbin/modprobe ip_masq_irc)

  ·  Quake (/sbin/modprobe ip_masq_quake)

  ·  VDOLive (/sbin/modprobe ip_masq_vdolive)

  Nu ben je klaar om masquerading te proberen! Draai het rc.local script
  met het commando /etc/rc.d/rc.local en je bent klaar om te gaan! Ga
  zitten achter een van je andere computers en probeer om te surfen. Met
  een beetje geluk is nu alles alles kits.

  5.  Problemen

  Er zijn een hele hoop dingen die fout kunnen gaan door het gebruik van
  een simpel document als dit, omdat er veel speciale gevallen zijn. De
  belangrijkst van mogelijke problemen blijven bij het configureren van
  het interne en externe netwerk device.  Ik probeer antwoord te geven
  aan mensen met problemen, uitzoeken wat er fout is gegaan en links
  hieronder toevoegen zodat mensen met speciale problemen hulp kunnen
  vinden. Je kunt me bereiken op pramsey@refractions.net.




  5.1.  ICQ Werkt niet

  Sommige delen van ICQ werken goed over masquerading. Andere delen
  werken helemaal niet goed. Er is een beta kwaliteit ICQ module in
  ontwikkeling, hoewel, welke adressen sommige (maar niet alle) van de
  gebreken van het draaien van ICQ over masquerading. De README file in
  de bron code distributie beschrijft hoe je de module moet compileren.
  Als je het hebt gecompileerd en geinstalleerd draai dan het commando
  /sbin/modprobe ip_masq_icq.