Sophie

Sophie

distrib > Mandriva > 2010.0 > i586 > media > contrib-release > by-pkgid > d667a145d78a93cee78c5358ca99c039 > files > 91

howto-text-nl-2006-5mdv2010.0.noarch.rpm

  De Linux Networkoverzicht HOWTO
  Daniel Lopez Ridruejo, ridruejo@rawbyte.com,
  Vertaald door: Ellen Bokhorst, bokkie@nl.linux.org
  v0.32, 8 juli 2000

  Het doel van dit document is een overzicht te verstrekken van de
  netwerkmogelijkheden van het besturingssysteem Linux, te voorzien in
  verwijzingen naar meer informatie en details over de implementatie.
  ______________________________________________________________________

  Inhoudsopgave























































  1. Introductie

  2. Linux

     2.1 Wat is Linux?
     2.2 Wat maakt Linux zo anders?

  3. Netwerkprotocollen

     3.1 TCP/IP
     3.2 TCP/IP versie 6
     3.3 IPX/SPX
     3.4 AppleTalk Protocol Suite
     3.5 WAN Networking: X.25, Frame-relay, enz...
     3.6 ISDN
     3.7 PPP, SLIP, PLIP
     3.8 Amateur Radio
     3.9 ATM

  4. Ondersteunde netwerkhardware

  5. Delen van bestanden en printers

     5.1 Apple omgeving
     5.2 Windows omgeving
     5.3 Novell omgeving
     5.4 Unix omgeving

  6. Internet/Intranet

     6.1 Mail
        6.1.1 Mail servers
        6.1.2 Remote toegang tot mail
        6.1.3 Mail User Agents
        6.1.4 Mailing list software
        6.1.5 Fetchmail
     6.2 Web Servers
     6.3 Web Browsers
     6.4 FTP Servers en clients
     6.5 News service
     6.6 Domain Name System
     6.7 DHCP, bootp
     6.8 NIS
     6.9 Authenticatie

  7. Remote uitvoering van applicaties

     7.1 Telnet
     7.2 Remote opdrachten
     7.3 Het X Window Systeem
     7.4 VNC

  8. Netwerk interconnectie

     8.1 Router
     8.2 Bridge
     8.3 IP Masquerade
     8.4 IP Accounting
     8.5 IP aliasing
     8.6 Traffic Shaping
     8.7 Firewall
     8.8 Port forwarding
     8.9 Load Balancing
     8.10 EQL
     8.11 Proxy Server
     8.12 Diald on demand
     8.13 Tunnelling, mobiel IP en virtuele privé netwerken

  9. Netwerkbeheer

     9.1 Netwerkbeheer applicaties
     9.2 SNMP

  10. Enterprise Linux Networking

     10.1 High Availability
     10.2 RAID
     10.3 Redundant networking

  11. Informatiebronnen

  12. Document historie

  13. Erkenningen en disclaimer



  ______________________________________________________________________

  1.  Introductie


  Het doel van dit document is een overzicht te verstrekken van de
  netwerkmogelijkheden van het besturingssysteem Linux. Alhoewel één van
  de sterke kanten van Linux is dat er een overvloed aan informatie voor
  bijna iedere component bestaat, is veel van deze informatie gericht op
  de implementatie. Nieuwe Linux gebruikers, in het bijzonder degenen
  die vanuit een Windows omgeving komen, zijn zich vaak niet bewust van
  de netwerkmogelijkheden van Linux. Dit document is erop gericht je een
  algemeen beeld van dergelijke mogelijkheden met een beknopte
  beschrijving van iedere mogelijkheid te laten zien inclusief
  verwijzingen naar meer informatie. De informatie is vanuit veel
  bronnen bijeenvergaard: HOWTO's, faqs, webpagina's van projecten en
  mijn eigen opgedane ervaringen.  Volledige krediet wordt gegeven aan
  de auteurs van deze andere bronnen. Zonder hen en hun programma's zou
  dit document niet mogelijk of nodig zijn.

  2.  Linux

  2.1.  Wat is Linux?

  De primaire auteur van Linux is Linus Torvalds.  Sinds de
  oorspronkelijke versies, is het door ontelbare aantallen mensen
  verbeterd. Het is een kloon van het besturingssysteem Unix, volledig
  vanaf het begin af aan geschreven. Een van de interessantere feiten
  over Linux is dat de ontwikkeling ervan simultaan over de gehele
  wereld plaatsvindt.

  Linux is copyrighted onder de voorwaarden van de GNU General Public
  License (GPL). Dit is een licentie geschreven door de Free Software
  Foundation (FSF) welke werd ontworpen mensen te verhinderen een
  beperking op de distributie van de software op te leggen. Samengevat
  zegt het dat hoewel geld kan worden gevraagd voor een kopie, de
  persoon die de kopie ontving niet verhinderd kan worden het voor niks
  weg te geven.  Het betekent ook dat de sourcecode beschikbaar moet
  zijn.  Dit is van nut voor programmeurs.  Iedereen kan Linux aanpassen
  en zelfs zijn/haar aanpassingen distribueren, op voorwaarde dat ze de
  code onder hetzelfde copyright houden.




  2.2.  Wat maakt Linux zo anders?

  Waarom onder Linux werken? Linux is in het algemeen goedkoper (of op
  z'n minst niet duurder) dan andere besturingssystemen en het is vaak
  minder problematisch dan veel commerciële systemen.  Maar wat Linux zo
  anders maakt, is niet zijn prijs (tenslotte, waarom zou iemand een OS
  willen, ook al is het vrij verkrijgbaar, als het niet goed genoeg
  is?), maar zijn voortreffelijke mogelijkheden:


  ·  Linux is een echt 32-bit multitasking besturingssysteem, robuust en
     capabel genoeg om te worden gebruikt in organisaties variërend van
     universiteiten tot grote bedrijven.

  ·  Het draait op hardware variërend van goedkope 386 boxen tot
     massieve ultra-parallelle computers in onderzoekscentra.

  ·  Er zijn kant-en-klare versies beschikbaar voor de Intel, Sparc en
     Alpha architecturen, en experimentele ondersteuning is er voor de
     Power PC en embedded systemen, zoals onder andere SGI, Ultra Sparc,
     AP1000+, Strong ARM, en MIPS R3000/R4000.

  ·  Als laatste, wanneer het op het werken met netwerken aankomt,
     verdient Linux de voorkeur. Niet alleen omdat dit nauw is
     geïntegreerd met het OS zelf en een overvloedige hoeveelheid aan
     applicaties vrij beschikbaar is, maar vanwege zijn robuustheid
     onder zware loads wat alleen na jaren debuggen en testen in een
     Open Source project kan worden bereikt.

  3.  Netwerkprotocollen

  Linux biedt ondersteuning voor veel verschillende netwerkprotocollen:

  3.1.  TCP/IP


  Het Internet Protocol werd oorspronkelijk twee tiental jaren geleden
  ontworpen voor de United States Department of Defensie (DoD), met
  hoofdzakelijk als doel verschillende merken computers met elkaar te
  verbinden. De TCP/IP suite met protocollen maakte het mogelijk door
  zijn gelaagde structuur, applicaties van netwerkhardware te isoleren.

  Alhoewel het is gebaseerd op een model welke uit lagen bestaat, is het
  meer gericht op leveren van interconnectiviteit dan star trouw blijven
  aan functionele lagen. Dit is één van de redenen waarom TCP/IP het de
  facto standaard internetwerk protocol is geworden in tegenstelling tot
  OSI.

  TCP/IP netwerken is vanaf het begin in Linux aanwezig. Het is van het
  begin geïnstalleerd. Het is één van de meest robuuste, snelle en
  betrouwbare implementaties en is één van de sleutelfactoren in het
  succes van Linux.

  Gerelateerde HOWTO: http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/NET3-4-HOWTO.html

  3.2.  TCP/IP versie 6


  IPv6, waarnaar soms ook als IPng wordt gerefereerd (IP Next
  Generation) is een upgrade op het IPv4 protocol om veel zaken te
  adresseren.  Hieronder vallen: te kort aan beschikbare IP-adressen;
  ontbreken van mechanismen tijdsgevoelig verkeer af te handelen; een
  gebrek aan netwerklaagbeveiliging, enz.

  De grotere namespace zal vergezeld gaan van een verbeterd
  adresseringsschema, wat een enorme impact zal hebben op routing
  performance.  Voor Linux bestaat een beta implementatie, en een
  productieversie wordt voor de 2.2.0 Linux kerneluitgave verwacht.

  ·  Linux IPv6 HOWTO: http://www.wcug.wwu.edu/ipv6/faq/

  3.3.  IPX/SPX

  IPX/SPX (Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange) is een
  gepatenteerde protocol stack ontwikkeld door Novell en gebaseerd op
  het Xerox Network Systems (XNS) protocol. IPX/SPX viel begin jaren
  tachtig op als een integraal onderdeel van Novell, Inc.'s NetWare.
  NetWare werd het de facto standaardnetwerk besturingssysteem (NOS =>
  Network Operating System) van de eerste generatie LAN's.  Novell
  complementeerde zijn NOS met een op de zakelijke markt geöriënteerde
  applicatie-suite en connectie utility's voor aan de client zijde.

  Linux heeft een zeer zuivere IPX/SPX implementatie, welke het mogelijk
  maakt het te configureren als een:

  ·  IPX router

  ·  IPX bridge

  ·  NCP client en/of NCP Server (voor het delen van bestanden)

  ·  Novell Print Client, Novell Print Server

     En om:

  ·  PPP/IPX te activeren, wat het mogelijk maakt een Linux box als een
     PPP server/client te laten fungeren.

  ·  Via IP IPX tunnelling uit te voeren, met de mogelijkheid twee IPX
     netwerken met elkaar te verbinden via een enkele IP link.

  Bovendien biedt Caldera <http://www.caldera.com> commerciële
  ondersteuning voor Novell NetWare onder Linux.  Caldera levert een
  volledig karakteristieke Novell NetWare client gebouwd op technologie
  gelicentieerd vanuit de Novell Corporation. De client voorziet in
  volledige clienttoegang tot Novell 3.x en 4.x fileservers en bevat
  features zoals NetWare Directory Service (NDS) en RSA encryptie.


  ·  IPX HOWTO: http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/IPX-HOWTO.html

  3.4.  AppleTalk Protocol Suite

  Appletalk is de naam van Apple's internetworking stack.  Het maakt een
  peer-to-peer netwerkmodel mogelijk welke voorziet in de
  basisfunctionaliteit zoals het delen van bestanden en printers.
  Iedere computer kan simultaan als een client en als een server
  fungeren, en de software en hardware die nodig zijn wordt bij iedere
  Apple computer in voorzien.

  Linux voorziet in volledige Appletalk networking. Netatalk is een
  implementatie van de AppleTalk Protocol Suite op niveau van de kernel,
  oorspronkelijk voor systemen afgeleid van BSD. Het is inclusief
  ondersteuning voor routing AppleTalk, serving Unix en AFS
  bestandssystemen over AFP (AppleShare), serving Unix printers en het
  benaderen van AppleTalk printers over PAP.

  Zie sectie 5.1 voor meer informatie.




  3.5.  WAN Networking: X.25, Frame-relay, enz...

  Verscheidene derden voorzien in T-1, T-3, X.25 en Frame Relay
  producten voor Linux. In het algemeen is voor deze typen connecties
  speciale hardware vereist. Verkopers die deze hardware leveren
  voorzien ook in de drivers met protocol ondersteuning.


  ·  WAN resources voor Linux:
     http://www.secretagent.com/networking/wan.html

  3.6.  ISDN

  De Linux kernel heeft ingebouwde ISDN capaciteiten. Isdn4linux beheert
  ISDN PC kaarten en kan een modem met de Hayes commandoset ("AT"
  opdrachten) emuleren. De mogelijkheden variëren van het eenvoudig
  gebruiken van een terminalprogramma tot verbindingen via HDLC (met
  behulp van opgenomen devices) tot een volledige verbinding met het
  Internet met PPP tot audio applicaties.


  ·  FAQ voor isdn4linux: http://ww.isdn4linux.de/faq/

  3.7.  PPP, SLIP, PLIP

  De Linux kernel heeft ingebouwde ondersteuning voor PPP (Point-to-
  Point-Protocol), SLIP (Serial Line IP) en PLIP (Parallel Line IP). PPP
  is de meest populaire manier voor individuele gebruikers om hun ISP's
  te benaderen.  (Internet Service Providers). PLIP maakt een goedkope
  verbinding tussen twee computers mogelijk. Hierbij wordt gebruik
  gemaakt van een parallelle poort en een speciale kabel, waarbij
  snelheden worden bereikt van 10kBps tot 20kBps.


  ·  Linux PPP HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/PPP-HOWTO.html>

  ·  PPP/SLIP emulator <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/SLIP-PPP-
     Emulator.html>

  ·  PLIP informatie is te vinden in De Network Administrator Guide
     <http://metalab.unc.edu/mdw/LDP/nag/nag.html>

  3.8.  Amateur Radio

  De Linux kernel heeft ingebouwde ondersteuning voor amateur radio
  protocollen.

  Vooral interessant is de AX.25 ondersteuning. Het AX.25 protocol biedt
  zowel verbonden als connectieloze mode handelingen en wordt of op
  zichzelf gebruikt voor point-point links of om andere protocollen
  zoals TCP/IP en NetRom te transporteren.

  Het is qua structuur gelijk aan X.25 level 2, met een paar
  uitbreidingen om het bruikbaar te maken in de amateur radio omgeving.

  ·  Amateur radio onder Linux website <http://radio.linux.org.au/>

  3.9.  ATM

  ATM ondersteuning voor Linux bevindt zich thans in de pre-alpha fase.
  Er is een experimentele uitgave, die raw ATM connecties ondersteunt
  (PVC's en SVC's), IP over ATM, LAN emulatie...


  ·  Linux ATM-Linux home page <http://lrcwww.epfl.ch/linux-atm/>

  4.  Ondersteunde netwerkhardware

  Linux biedt ondersteuning voor een brede variëteit aan
  netwerkhardware, inclusief wat verouderde uitrustingen.

  Een aantal interessante documenten:

  ·  Hardware HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Hardware-
     HOWTO.html>

  ·  Ethernet HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Ethernet-
     HOWTO.html>

  5.  Delen van bestanden en printers

  Het primaire doel van veel op de PC gebaseerde Local Area Networks is
  services te leveren aan gebruikers zoals het delen van bestanden en
  printers. Linux is als een gemeenschappelijke file en printerserver
  een geweldige oplossing.

  5.1.  Apple omgeving

  Zoals in vorige secties uiteengezet, biedt Linux ondersteuning voor de
  Appletalk familie aan protocollen. Linux netatalk maakt het Macintosh
  clients mogelijk Linux systemen als een andere Macintosh op het
  netwerk te zien, bestanden te delen en gebruik te maken van printers
  die op de Linux servers zijn aangesloten.

  Netatalk faq en HOWTO:

  ·  http://thehamptons.com/anders/netatalk/

  ·  http://www.umich.edu/~rsug/netatalk/

  ·  http://www.umich.edu/~rsug/netatalk/faq.html

  5.2.  Windows omgeving

  Samba bestaat uit een suite applicaties dat het de meeste Unices (en
  in het bijzonder Linux) mogelijk maakt zowel als client en als een
  server in een Microsoft netwerk te integreren. Als het als server
  fungeert, is het mogelijk Linux bestanden en afdrukservices onder
  Windows 95, Windows for Workgroups, DOS en Windows NT clients te
  benaderen.  Het kan de bestands- en afdrukservices van Windows NT
  volledig vervangen, inclusief het automatisch downloaden van
  printerdrivers naar clients.  Als het als een client fungeert is het
  mogelijk op het Linux werkstation lokaal geëxporteerde windows file
  shares te mounten.

  Volgens de SAMBA Meta-FAQ:



       "Veel gebruikers melden dat Samba in vergelijking met andere SMB implementaties
       stabieler, sneller en met meer clients compatibel is. Beheerders van een
       aantal grote installaties zeggen dat Samba de enig beschikbare SMB-server is,
       die zonder vast te lopen zich aanpast tot wel naar tienduizenden gebruikers".





  ·  Samba project home page <http://samba.anu.edu.au/samba/>

  ·  SMB HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/SMB-HOWTO.html>

  ·  Printing HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Printing-
     HOWTO.html>

  5.3.  Novell omgeving

  Zoals in vorige secties uiteengezet, kan Linux worden geconfigureerd
  dat het als een NCP client of server fungeert, dus dat bestands- en
  afdrukservices over een Novell netwerk voor zowel Novell als Unix
  clients mogelijk worden.


  ·  IPX HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/IPX-HOWTO.html>

  5.4.  Unix omgeving

  De voorkeursmethode om bestanden in een Unix netwerkomgeving te delen
  is via NFS. NFS staat voor Network File Sharing en het is een protocol
  oorspronkelijk ontworpen door Sun Microsystems. Het is een manier om
  bestanden tussen computers te delen alsof ze op de lokale computer
  staan.  Een client "mount" een bestandsysteem welke is "geëxporteerd"
  door een NFS server. Voor de clientcomputer lijkt het alsof het
  gemounte bestandssysteem onderdeel uitmaakt van het lokale
  bestandssysteem.

  Het is mogelijk een root bestandssysteem tijdens de systeemstart te
  mounten, waarmee het dus mogelijk wordt diskloze clients te laten
  booten en alle bestanden vanaf een server te benaderen. Met andere
  woorden, het is mogelijk over een volledig functionele computer te
  beschikken zonder dat deze computer van een harddisk is voorzien.

  Coda is een netwerk bestandsssysteem (zoals NFS) dat verbroken
  verbindingen, permanente caching, en andere fraaie mogelijkheden
  ondersteunt. Het is in 2.2.x kernels opgenomen.  Echt handig voor
  langzame of onbetrouwbare netwerken en laptops.

  Aan NFS gerelateerde documenten:

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/NFS-Root.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Diskless-HOWTO.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/NFS-Root-Client-mini-
     HOWTO/index.html

  ·  http://www.redhat.com/support/docs/rhl/NFS-Tips/NFS-Tips.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/NFS-HOWTO.html

     CODA is te vinden op: http://www.coda.cs.cmu.edu/

  6.  Internet/Intranet

  Linux is een geweldig platform om als een Intranet / Internetserver te
  fungeren. De term Intranet refereert naar de applicatie met Internet
  technologiën binnen een organisatie met hoofdzakelijk als doel
  informatie binnen het bedrijf te distribueren en het beschikbaar te
  maken.  Internet en Intranet services door Linux geboden bestaan onder
  andere uit mail, news, WWW servers en heel veel meer wat in de
  volgende secties aan de orde zal komen.

  6.1.  Mail

  6.1.1.  Mail servers

  Sendmail is het de facto standaard mailserver programma (genaamd een
  MTA, of Mail Transport Agent) voor Unix platformen. Het is een
  robuust, schaalbaar en volkomen geconfigureerd en met de benodigde
  hardware kan het loads van duizenden gebruikers afhandelen zonder
  daarbij "met de ogen te knipperen".  Ook alternatieve mailservers,
  zoals smail en qmail zijn beschikbaar.


  ·  Sendmail web site <http://www.sendmail.org/>

  ·  Smail faq <http://www.sbay.org/smail-faq.html>

  ·  Qmail web site <http://www.qmail.org>

     Mail HOWTO's:

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Mail-User-HOWTO.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/Qmail+MH.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/Sendmail+UUCP.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/Mail-Queue.html

  6.1.2.  Remote toegang tot mail

  In een organisatie of bij een ISP zullen gebruikers naar alle
  waarschijnlijkheid hun mail op afstand vanaf hun desktops willen
  benaderen. Er zijn hier onder Linux verscheidene alternatieven voor,
  waaronder POP (Post Office Protocol) en IMAP (Internet Message Access
  Protocol) servers.  Het POP protocol wordt gewoonlijk gebruikt om
  berichten vanaf de server naar de client te transporteren. IMAP staat
  ook manipulatie van de berichten op de server toe, het op afstand
  aanmaken en verwijderen van folders op de server, in samenwerking
  benaderen van gedeelde mailfolders, enz.


  ·  Beknopte vergelijking van IMAP en POP
     <http://www.imap.org/imap.vs.pop.brief.html>

     Aan mail gerelateerde HOWTO's:

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Mail-User-HOWTO.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Cyrus-IMAP.html

  6.1.3.  Mail User Agents

  Er zijn voor onder Linux een aantal MUA's (Mail User Agents)
  beschikbaar voor zowel de grafische als de tekstmode. De meest
  gebruikte zijn: pine, elm, mutt en Netscape.


  ·  List of mail related software
     <http://www.linuxlinks.com/Software/Internet/Mail/>

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/TkRat.html

  6.1.4.  Mailing list software

  Er zijn veel MLM (Mail List Management) programma's beschikbaar voor
  Unix in het algemeen en voor Linux in het bijzonder.


  ·  Een goede vergelijking van bestaande MLM's is te vinden op:
     ftp://ftp.uu.net/usenet/news.answers/mail/list-admin/


  ·  Listserv <http://www.lsoft.com/>

  ·  Majordomo home page <http://www.greatcircle.com/majordomo/>

  6.1.5.  Fetchmail

  Een handig aan mail gerelateerd utility is fetchmail. Fetchmail is een
  vrij, robuust, goed gedocumenteerd remote mail ontvangst en forwarding
  utility met volledige mogelijkheden bedoeld te worden gebruikt over
  TCP/IP links waarbij de verbinding op verzoek tot stand wordt gebracht
  (zoals bij SLIP en PPP connecties).  Het ondersteunt elk remote
  mailprotocol thans in gebruik op het Internet.  Het kan zelfs
  ondersteuning bieden voor IPv6 en IPSEC.

  Fetchmail haalt mail van remote mailservers op en stuurt dit door via
  SMTP, waarna het vervolgens met gewone mail user agents, zoals mutt,
  elm, of BSD Mail kan worden gelezen. Het staat alle bewerkingen van de
  MTA toe op mail, zoals die gewoonlijk op gewone mail zouden worden
  toegepast, zoals het filteren, forwarden en gebruiken van de alias
  faciliteiten.

  Fetchmail kan worden gebruikt als een POP/IMAP-naar-SMTP gateway voor
  een geheel DNS domein, waarbij mail vanaf een enkele drop box bij een
  ISP wordt verzameld en gebaseerd op headeradressen via SMTP wordt
  doorgestuurd.

  Een klein bedrijf kan zijn mail in een enkele mailbox centraal
  verzamelen, fetchmail zo configureren dat het alle uitgaande mail
  bijeen vergaart, het via een enkele mailbox bij de ISP versturen en
  alle inkomende mail vanaf dezelfde mailbox ophalen.


  ·  Fetchmail home page <http://www.tuxedo.org/~esr/fetchmail/>

  6.2.  Web Servers

  In de meeste Linux distributies is Apache <http://www.apache.org>
  opgenomen.  Apache is volgens http://www.netcraft.co.uk/survey/
  Internet server nummer één. Meer dan de helft van alle internetsites
  draait Apache of één van de afgeleiden.  Apache's voordelen zijn onder
  andere zijn modulaire ontwerp, stabiliteit en snelheid. Met de juiste
  hardware en configuratie kan het de hoogste loads ondersteunen: Yahoo,
  Altavista, GeoCities, en Hotmail zijn op aangepaste versies van deze
  server gebaseerd.

  Optionele ondersteuning voor SSL (waarmee beveiligde transacties
  worden geactiveerd) is ook beschikbaar vanaf:

  ·  http://www.apache-ssl.org/

  ·  http://raven.covalent.net/

  ·  http://www.c2.net/

  Gerelateerde HOWTOs:

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/WWW-HOWTO.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Virtual-Services-HOWTO.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Intranet-Server-HOWTO.html

  ·  Web servers voor Linux
     <http://www.linuxlinks.com/Software/Internet/WebServers/>


  6.3.  Web Browsers

  Er zijn voor het Linux platform een aantal webbrowsers beschikbaar.
  Netscape Navigator is één van de keuzes uit het beginstadium en van de
  aankomende Mozilla (http://www.mozilla.org) zal een Linux-versie
  beschikbaar zijn. Een andere populaire op tekst gebaseerde webbrowser
  is Lynx.  Het is snel en handig wanneer er geen grafische omgeving
  beschikbaar is.


  ·  Browser software for Linux
     <http://www.linuxlinks.com/Software/Internet/WebBrowsers/>

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/Public-Web-Browser.html

  6.4.  FTP Servers en clients

  FTP staat voor File Transfer Protocol. Een FTP server maakt het
  clients mogelijk er een verbinding mee tot stand te brengen en er
  bestanden mee op te halen (downloaden). Er bestaan veel ftp-servers en
  clients voor Linux en deze worden in de meeste distributies opgenomen.
  Er zijn zowel op tekst als op GUI's gebaseerde clients beschikbaar.
  FTP gerelateerde software (servers en clients) voor Linux zijn te
  vinden op: http://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/network/file-
  transfer/

  6.5.  News service

  Usenet (tevens bekend als news) is een groot bulletin board systeem
  waarin allerhande onderwerpen worden behandeld. Het is hiërarchisch
  georganiseerd. Een computernetwerk over het internet (Usenet) wisselt
  artikelen uit via het NNTP protocol. Er zijn voor Linux verscheidene
  implementaties, óf voor druk bezochte sites óf voor kleine sites die
  slechts berichten ontvangen voor een paar nieuwsgroepen.

  ·  INN home page <http://www.isc.org/>

  ·  Linux news related software
     <http://www.linuxlinks.com/Software/Internet/News/>

  6.6.  Domain Name System

  Een DNS server heeft als taak (voor mensen leesbare) namen naar IP-
  adressen om te zetten. Een DNS-server is niet met alle IP-adressen in
  de wereld bekend; in plaats daarvan kan het andere servers om de
  onbekende adressen verzoeken. De DNS-server zal óf de gewenste IP-
  adressen aan de gebruiker retourneren of melden dat de naam niet in de
  tabellen is te vinden.

  Name serving onder Unix (wat tevens geldt voor de onmetelijke
  meerderheid van het Internet) wordt bewerkstelligd door een programma
  genaamd named.  Dit maakt onderdeel uit van het package bind van het
  Internet Software Consortium.

  ·  BIND <http://www.isc.org/>

  ·  DNS HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/DNS-HOWTO.html>

  6.7.  DHCP, bootp

  DHCP en bootp zijn protocollen die het een client-computer mogelijk
  maken netwerkinformatie (zoals IP-nummers) vanaf een server te
  verkrijgen.  Veel organisaties beginnen het te gebruiken omdat vooral
  op grote netwerken of netwerken met veel mobiele gebruikers het 't
  netwerkbeheer vereenvoudigt.

  Gerelateerde documenten:

  ·  DHCP mini-HOWTO
     <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/DHCP/index.html>

  6.8.  NIS

  Het Network Information Service (NIS) voorziet in een simpele netwerk
  opzoekservice bestaande uit databases en processen.  Het doel ervan is
  informatie te leveren die op alle computers van het gehele netwerk
  beschikbaar moet zijn.  Het staat bijvoorbeeld de beheerder toe
  gebruikers van iedere computer op het netwerk waarop NIS draait zonder
  bestaand wachtwoordrecord op elke computer toegang te verschaffen;
  alleen de hoofddatabase moet worden onderhouden/beheerd.

  Gerelateerde HOWTO:

  ·  NIS HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/NIS-HOWTO.html>

  6.9.  Authenticatie

  Er zijn tevens diverse manieren gebruikers in gemengde
  netwerkomgevingen te verifiëren.

  ·  Voor Linux/Windows NT:http://www.mindware.com.au/ftp/smb-NT-
     verify.1.1.tar.gz

  ·  De PAM (pluggable authentication module), een flexibele
     authenticatie methode voor Unix: PAM library
     <http://www.kernel.org/pub/linux/libs/pam/index.html>.

  ·  Als laatste, LDAP in Linux
     <http://www.umich.edu/~dirsvcs/ldap/index.html>

  7.  Remote uitvoering van applicaties

  Een van de meest verbazingwekkende mogelijkheden van Unix (één van de
  meest nog onbekende voor nieuwe gebruikers) is de geweldige
  ondersteuning voor de remote en gedistribueerde uitvoering van
  applicaties.

  7.1.  Telnet

  Telnet is een programma waarmee iemand een remote computer kan
  gebruiken alsof die persoon zich in feite op die site op afstand
  bevindt. Telnet is één van de meest krachtige hulpmiddelen voor Unix,
  die beheer echt op afstand toestaat. Het is ook een interessant
  programma uit oogpunt van gebruikers, omdat het op afstand toegang
  biedt aan bestanden en programma's die zich elders op het Internet
  bevinden. Gecombineerd met een X-server, is er (afgezien van de
  vertragende werking) geen verschil tussen werken vanuit een console of
  vanaf de andere kant van de planeet.  Telnet daemons en clients zijn
  in de meeste Linux-distributies opgenomen.

  Versleutelde remote shell-sessies zijn beschikbaar via SSH
  (http://www.ssh.fi/sshprotocols2/index.html
  <http://www.ssh.fi/sshprotocols2/index.html>) waarmee dus effectief
  beveiligd beheer op afstand mogelijk is.


  ·  Telnet gerelateerde software
     <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/system/network/telnet/>




  7.2.  Remote opdrachten

  Onder Unix, en in het bijzonder onder Linux, bestaan een aantal remote
  opdrachten waarmee interactie met andere computers vanaf de shell-
  prompt mogelijk is. Voorbeelden hiervan zijn: rlogin, om in te loggen
  om een remote computer op vergelijkbare wijze als bij telnet, rcp voor
  het op afstand transporteren van bestanden tussen computers, enz. Als
  laatste kun je met de remote opdracht rsh een opdracht uitvoeren op de
  computer op afstand zonder werkelijk op die computer in te loggen.

  7.3.  Het X Window Systeem

  Het X Window Systeem werd eind tachtiger jaren bij Mit ontwikkeld. Het
  groeide al snel uit tot een industriestandaard window systeem voor
  Unix grafische werkstations. De software is vrij verkrijgbaar, zeer
  veelzijdig en geschikt voor een breed bereik aan hardwareplatformen.
  Iedere X-omgeving bestaat uit twee afzonderlijke delen, de X-server en
  één of meer X-clients. Het is belangrijk dat je je het onderscheid
  tussen de server en de client realiseert.  De server beheert op direct
  wijze het display en het is verantwoordelijk voor alle invoer/uitvoer
  via het toetsenbord, muis of display. De clients aan de andere kant,
  benaderen het scherm niet direct - ze communiceren met de server, die
  alle invoer en uitvoer afhandelt. De clients doen het "echte"
  computerwerk, door het uitvoeren van applicaties of iets dergelijks.
  De clients communiceren met de server waardoor de server één of meer
  vensters opent om de invoer en uitvoer voor die client af te handelen.

  Kortom, het X Window Systeem geeft een gebruiker de mogelijkheid op
  een remote computer in te loggen, een proces uit te voeren (zoals
  bijvoorbeeld het openen van een webbrowser) en de uitvoer op zijn
  eigen computer te laten zien. Omdat het proces in werkelijkheid op het
  remote systeem wordt uitgevoerd, is op het lokale systeem zeer weinig
  CPU power nodig.  Inderdaad, er bestaan computers wiens primaire doel
  is zuiver als X-servers te dienen. Dergelijke systemen worden X-
  terminals genoemd.

  Er is een vrije port voor het X Window Systeem voor onder Linux en
  deze is te vinden op: Xfree <http://www.xfree86.org/>.  Het is in de
  meeste Linux-distributies opgenomen.

  Gerelateerde HOWTO:

  ·  Remote X Apps HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/Remote-
     X-Apps.html>

  7.4.  VNC

  VNC staat voor Virtual Network Computing. In essentie is het een
  remote display systeem waarmee het mogelijk is een computer 'desktop'
  omgeving niet alleen op de computer waarop het draait te bekijken,
  maar vanaf iedere plaats op het Internet en vanaf een brede variëteit
  aan computerarchitecturen. Er bestaan voor onder Linux als ook voor
  vele andere platformen zowel clients als servers. Het is mogelijk MS-
  Word op een Windows NT of 95 computer uit te voeren waarvan de uitvoer
  wordt weergegeven op een Linux computer. Het tegengestelde geldt ook;
  het is mogelijk een applicatie op een Linux-computer uit te voeren
  waarvan de uitvoer op een andere Linux of Windows computer wordt
  weergegeven.  Een van de beschikbare clients is een Java applet, die
  het draaien van een remote display binnen een webbrowser mogelijk
  maakt.  Een andere client is een port voor Linux waarbij gebruik wordt
  gemaakt van de grafische library SVGAlib, waarmee 386's met slechts 4
  MB RAM als volledig functionele X-Terminals kunnen dienen.




  ·  VNC web site <http://www.orl.co.uk/vnc/>

  8.  Netwerk interconnectie

  Linux netwerken zijn rijk aan mogelijkheden. Een Linux box kan zodanig
  worden geconfigureerd dat het als een router, bridge, enz... fungeert.
  Een aantal van de beschikbare opties wordt hieronder beschreven.

  8.1.  Router

  De Linux kernel heeft ingebouwde ondersteuning voor routing functies.
  Een Linux box kan óf als een IP óf als een IPX router fungeren voor
  een fractie van de kosten van een commerciële router.  Recente kernels
  bevatten speciale opties voor computers die primair als routers
  fungeren:

  ·  Multicasting:  De Linux computer kan als een router fungeren voor
     IP-pakketjes met verscheidene bestemmingsadressen. Het is nodig op
     de MBONE, een netwerk met hoge bandbreedte bovenop het Internet
     waarmee audio en video broadcasts worden overgebracht.

  ·  IP policy routing:  Normaal gesproken beslist een router wat te
     doen met een ontvangen pakket slechts gebaseerd op het
     uiteindelijke bestemmingsadres van het pakketje, maar routing kan
     ook rekening houden met het aanvankelijke adres en het
     netwerkdevice waar het 't pakketje van ontving.

  Er zijn een aantal gerelateerde projecten waarvan er een is gericht op
  het bouwen van een compleet, Linux draaiende router op een diskette:
  Linux router project <http://www.linuxrouter.org>

  8.2.  Bridge

  De Linux kernel heeft ingebouwde ondersteuning voor het fungeren als
  een Ethernet bridge, wat betekent dat de verschillende
  Ethernetsegmenten waarmee het is verbonden voor de deelnemers als éé
  Ethernet zal verschijnen. Verscheidene bridges kunnen met elkaar
  samenwerken om zelfs grotere netwerken met Ethernets te creëren met
  behulp van het IEEE802.1 spanning tree algoritme.  Aangezien dit een
  standaard is, zullen Linux bridges goed met andere bridgeproducten van
  derden werken. Extra packages maken het filteren gebaseerd op IP, IPX
  of MAC-adressen mogelijk.

  Gerelateerde HOWTO's:

  ·  Bridge+Firewall
     <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/Bridge+Firewall.html>

  ·  Bridge <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/Bridge.html>

  8.3.  IP Masquerade

  IP Masquerade is een ontwikkelaars netwerkfunctie onder Linux. Als een
  Linux host met daarop IP-Masquerade geactiveerd een verbinding heeft
  met het Internet, dan kunnen ook de computers die daarop zijn
  aangesloten (óf op hetzelfde LAN of verbonden middels modems) het
  Internet bereiken, zelfs als ze geen officieel toegekend IP-adres
  hebben.  Dit scheelt in de kosten, aangezien veel mensen zo het
  Internet kunnen benaderen met een enkele modemverbinding en het draagt
  tevens bij aan een verhoogde beveiliging (op een bepaalde manier
  fungeert de computer als firewall, aangezien onofficieel toegekende
  adressen niet van buiten dat netwerk kunnen worden benaderd).

  IP masquerade gerelateerde pagina's en documenten:


  ·  http://ipmasq.home.ml.org/

  ·  http://www.indyramp.com/masq/links.pfhtml

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/IP-Masquerade-HOWTO.html

  8.4.  IP Accounting

  Deze optie van de Linux kernel houdt IP netwerkverkeer bij, zorgt voor
  de uitvoering van het loggen van pakketjes en produceert wat
  statistieken.  Een serie regels kan worden gedefinieerd wanneer een
  pakketje met een bepaald patroon overeenkomt, een actie wordt
  uitgevoerd: een teller wordt opgehoogd, het wordt
  geaccepteerd/verworpen, enz.

  8.5.  IP aliasing

  Deze feature van de Linux kernel voorziet in de mogelijkheid meerdere
  netwerkadressen op dezelfde low-level netwerk devicedriver in te
  stellen.  (b.v twee IP-adressen voor één Ethernetkaart). Het wordt
  typisch gebruikt voor services die anders reageren gebaseerd op het
  adres waarnaar ze luisteren (b.v. "multihosting" of "virtuele
  domeinen" of "virtueel hosting services".

  Gerelateerde HOWTO:

  ·  IP Aliasing HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/IP-
     Alias.html>

  8.6.  Traffic Shaping

  De traffic shaper is een virtueel netwerkdevice welke het mogelijk
  maakt de hoeveelheid uitgaande gegevens die over een ander
  netwerkdevice stroomt te beperken. Dit is vooral handig in scenario's
  zoals ISP's, waar het wenselijk is het beleid betreffende hoeveel
  bandbreedte door iedere client wordt gebruikt te beheren en af te
  dwingen.  Een ander alternatief (alleen voor webservices) kan bestaan
  uit bepaalde Apache modules waarmee het aantal IP-connecties of de
  gebruikte bandbreedte door een client kan worden beperkt.

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/NET3-4-HOWTO-6.html#ss6.15

  8.7.  Firewall

  Een firewall is een device dat een privé netwerk voor het publieke
  deel (het Internet als een geheel) afschermt. Het is ontworpen om de
  stroom aan pakketjes gebaseerd op de source, de bestemming, poort en
  pakket type informatie in ieder pakket te beheren.

  Er zijn verschillende firewall toolkits voor Linux beschikbaar als ook
  ingebouwde ondersteuning in de kernel.  Andere firewalls zijn TIS en
  SOCKS. Deze firewall toolkits zijn zeer compleet en maken het
  gecombineerd met andere tools mogelijk alle soorten verkeer en
  protocollen te blokkeren/door te sturen.  Via configuratiebestanden of
  GUI programma's kunnen verschillende gedragslijnen worden
  geïmplementeerd.


  ·  TIS home page <http://www.tis.com>

  ·  SOCKS <http://www.socks.nec.com/socksfaq.html>

  ·  Firewall HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Firewall-
     HOWTO.html>


  8.8.  Port forwarding

  Een toenemend aantal websites wordt interactief door gebruik van cgi-
  bins of Java applets waarmee een database of andere service kan worden
  benaderd.  Aangezien deze toegang een beveiligingsprobleem in het
  daglicht kan stellen, zou de computer met daarop de database niet
  direct met het Internet verbonden moeten zijn.

  Port Forwarding kan een vrijwel ideale oplossing voor dit
  toegangsprobleem bieden. Op de firewall kunnen IP pakketjes, die via
  een specifiek poortnummer binnenkomen, worden herschreven en naar de
  interne server worden doorgestuurd waar de werkelijke service wordt
  geleverd. De reply pakketjes vanaf de interne server worden zodanig
  herschreven dat het lijkt alsof ze vanaf de firewall kwamen.

  Port forwarding informatie is te vinden op:
  <http://www.ox.compsoc.net/~steve/portforwarding.html>

  8.9.  Load Balancing

  De vraag naar load balancing doet zich meestal voor bij database/web
  toegang wanneer clients simultaan verzoeken richten aan een server.
  Meerdere identieke servers waarbij verzoeken naar de minder overladen
  server worden doorgestuurd zijn wenselijk als veel clients simultaan
  verzoeken richten aan een server.  Dit kan worden bereikt via Network
  Address Translation technieken (NAT) waarvan IP-masquerading een
  subset is. Netwerkbeheerders kunnen een enkele server, die Webservices
  of enige andere applicaties verleent, vervangen - door een logische
  samenbundeling van servers die een algemeen IP-adres delen. Inkomende
  connecties worden doorgestuurd naar een bepaalde server door gebruik
  te maken van het load-balancing algoritme. De virtuele server
  herschrijft inkomende en uitgaande pakketjes om de clients te laten
  denken dat er slechts één server bestaat.

  Linux IP-NAT informatie is te vinden op: <http://www.csn.tu-
  chemnitz.de/HyperNews/get/linux-ip-nat.html>

  8.10.  EQL

  EQL is in de Linux kernel geïntegreerd. Als twee seriële connecties
  bestaan op een andere computer (hiervoor zijn meestal twee modems en
  twee telefoonlijnen nodig) en SLIP of PPP (protocollen voor het
  versturen van Internetverkeer via telefoonlijnen) wordt hierop
  gebruikt, dan is het mogelijk ze met gebruik van deze driver te laten
  gedragen als één dubbele snelheidsconnectie.  Natuurlijk moet die ook
  aan de andere kant worden ondersteund.


  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/NET3-4-HOWTO-6.html#ss6.2

  8.11.  Proxy Server

  De term proxy betekent "iets doen namens iemand anders". In
  netwerkterminologie kan een proxyserver namens verscheidene clients
  optreden. Een HTTP proxy is een computer welke verzoeken om
  webpagina's van een andere computer (computer A) ontvangt. De proxy
  haalt de verzochte pagina op en retourneert het resultaat naar
  computer A.  Het kan zijn dat de proxy een cache heeft met de pagina's
  waarom is verzocht, dus als een andere computer om dezelfde pagina
  vraagt, zal de kopie in de cache daarvoor in de plaats worden
  geretourneerd. Dit maakt efficiënter gebruik van bandbreedte bronnen
  mogelijk en de responsetijd is korter.  Een neveneffect is de
  beveiligde wijze van het interne netwerk, aangezien de client
  computers geen directe verbinding hebben met de buitenwereld.  Een
  goed geconfigureeerde proxy kan net zo effectief zijn als een goede
  firewall.
  Er bestaan verscheidene proxy servers voor Linux. Een populaire
  oplossing is de Apache proxy module. Een completere en robuuste
  implementatie van een HTTP proxy is SQUID.


  ·  Apache <http://www.apache.org>

  ·  Squid <http://squid.nlanr.net/>

  8.12.  Diald on demand

  Het doel van dial on demand is om het transparant te laten lijken dat
  de gebruikers een permanente connectie met een remote site hebben.
  Meestal is er een daemon die het verkeer met pakketjes in de gaten
  houdt en waar een interessant pakketje arriveert (interessant wordt
  meestal gedefinieerd door middel van een set
  regels/prioriteiten/permissies) een connectie tot stand brengt met de
  computer op afstand. Wanneer het kanaal een bepaalde periode niet
  actief is, wordt de verbinding verbroken.


  ·  Diald HOWTO <http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Diald-HOWTO.html>

  8.13.  Tunnelling, mobiel IP en virtuele privé netwerken

  De Linux kernel staat tunneling (inkapseling) van protocollen toe.
  Het kan IPX tunnelling via IP, waarbij de verbinding van twee IPX
  netwerken via een enkele IP link mogelijk is. Ook IP-IP tunneling is
  mogelijk, wat essentieel is voor mobiele IP ondersteuning, multicast
  ondersteuning en amateur radio.  (zie
  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/NET3-4-HOWTO-6.html#ss6.8)

  Mobiele IP specificeert uitbreidingen waarbij transparante routing van
  IP-datagrammen naar mobiele nodes op het Internet mogelijk is. Iedere
  mobiele node wordt altijd geïdentificeerd door zijn thuisadres,
  ongeacht zijn huidige verbindingspunt met het Internet.  Terwijl weg
  van huis gesitueerd, wordt een mobiele node ook met een care-of adres
  geassocieerd, welke informatie levert over het huidige koppelingspunt
  naar het Internet. Het protocol levert voor registratie het care-of
  adres met een home agent. De home agent stuurt de datagrammen bestemd
  voor de mobiele node via een tunnel naar het care-of adres.  Na het
  arriveren aan het einde van de tunnel, wordt ieder datagram vervolgens
  bij de mobiele node bezorgd.

  Point-to-Point Tunneling Protocol (PPTP) is een netwerktechnologie dat
  het gebruik van het Internet als een beveiligd virtueel privé netwerk
  (VPN) toestaat. PPTP is met de Remote Access Services (RAS) server
  geïntegreerd, welke in de Windows NT Server is gebouwd.  Met PPTP,
  kunnen gebruikers inbellen bij een lokale ISP, of direct een
  verbinding met Internet tot stand brengen, en het netwerk benaderen
  alsof dit hun eigen bureaublad is. PPTP is een gesloten protocol en de
  beveiliging ervan is onlangs gecompromitteerd. Het is ten zeerste aan
  te bevelen andere op Linux gebaseerde alternatieven te gebruiken,
  aangezien die op open standaards afgaan die zorgvuldig zijn bestudeerd
  en getest.


  ·  Een client implementatie van PPTP voor Linux is beschikbaar, zie
     <http://www.pdos.lcs.mit.edu/~cananian/Projects/PPTP/>

  ·  Meer over Linux PPTP is te vinden op
     <http://bmrc.berkeley.edu/people/chaffee/linux_pptp.html>

     Mobiel IP:


  ·  http://www.hpl.hp.com/personal/Jean_Tourrilhes/MobileIP/mip.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/NET3-4-HOWTO-6.html#ss6.12

     Virtual Private Networks gerelateerde documenten:

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/VPN.html

  ·  http://sites.inka.de/sites/bigred/devel/cipe.html

  9.  Netwerkbeheer

  9.1.  Netwerkbeheer applicaties

  Er bestaat een indrukwekkend aantal hulpmiddelen gericht op
  netwerkbeheer en beheer op afstand. Een tweetal interessante remote
  beheerprojecten zijn linuxconf en webmin:

  ·  Webmin <http://www.webmin.com/webmin/>

  ·  Linuxconf <http://www.solucorp.qc.ca/linuxconf/>

  Andere hulpmiddelen zijn onder andere analyse tools voor
  netwerkverkeer, netwerk security tools, monitoring tools,
  configuratietools, enz. Een archief van veel van deze tools is te
  vinden op: Metalab
  <http://www.metalab.unc.edu/pub/Linux/system/network/>.

  9.2.  SNMP

  Het Simple Network Management Protocol is een protocol voor Internet
  network management services. Het maakt het op afstand monitoren en
  configureren van routers, bridges, netwerkkaarten, switches, enz...
  mogelijk. Er zijn een groot aantal library's, clients, daemons en op
  SNMP gebaseerde monitoring programma's beschikbaar voor Linux. Een
  goede pagina over SNMP en Linux software is te vinden op:

  http://linas.org/linux/NMS.html

  10.  Enterprise Linux Networking

  In bepaalde situaties is het voor de netwerkinfrastructuur nodig dat
  er juiste mechanismen zijn om de beschikbaarheid van het netwerk
  vrijwel 100% van de tijd te garanderen. Een aantal hieraan
  gerelateerde technieken worden in de volgende secties beschreven. Het
  meeste van het volgende materiaal is te vinden op de uitstekende Linux
  website: http://linas.org/linux/index.html en in de Linux High-
  Availability HOWTO <http://metalab.unc.edu/pub/Linux/ALPHA/linux-
  ha/High-Availability-HOWTO.html>

  10.1.  High Availability

  Redundancy wordt gebruikt om te voorkomen er op het gehele IT-systeem
  enkele punten zijn waar gebreken op kunnen treden.  Een server met
  slechts één netwerkkaart of een enkele SCSI-disk heeft twee op
  zichzelf staande punten waar gebreken op kunnen treden. Het doel is
  niet geplande uitvallen voor gebruikers te verbergen op een manier
  waarbij gebruikers snel weer verder kunnen werken.  High availability
  software bestaat uit een set scripts en tools die automatisch gebreken
  in de gaten houden en detecteren, de passende stappen ondernemen om de
  normale werking te herstellen en systeembeheerders op de hoogte te
  brengen.




  10.2.  RAID

  RAID, afkorting van Redundant Array of Inexpensive Disks, is een
  methode waarbij informatie over verscheidene disks wordt verspreid,
  door gebruik te maken van technieken zoals disk striping (RAID Level
  0) en disk mirroring (RAID level 1) om overtolligheid, een lagere
  incubatietijd en/of hogere bandbreedte voor het lezen en/of schrijven,
  en de mogelijkheid te herstellen van harddisk crashes te bereiken.  Er
  zijn meer dan zes verschillende typen RAID configuraties gedefinieerd.
  Voor Linux gebruikers zijn er drie typen opties RAID oplossing
  beschikbaar: software RAID, aparte DASD boxen, en RAID
  diskcontrollers.


  ·  Software RAID: Pure software RAID implementeert de diverse RAID
     levels in de kerneldisk (block device) code.

  ·  Outboard DASD Oplossingen: DASD (Direct Access Storage Device) zijn
     aparte boxen die met een eigen stroomtoevoer worden geleverd,
     voorzien in cabinet/behuizing voor het omvatten van de harddrives,
     en verschijnen voor Linux gewoon als andere SCSI-devices.  Deze
     bieden om diverse redenen de meest robuuste RAID oplossing.

  ·  RAID Disk Controllers: Disk Controllers zijn adapterkaarten die in
     de ISA/EISA/PCI bus worden geplugt. Net als reguliere
     diskcontrollerkaarten, worden ze met een kabel op de diskdrives
     aangesloten. In tegenstelling tot reguliere diskcontrollers, zullen
     de RAID controllers RAID op de kaart zelf implementeren, alle
     benodigde bewerkingen uitvoerend om in diverse RAID levels te
     voorzien.

  Gerelateerde HOWTO's:

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/mini/DPT-Hardware-RAID.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Root-RAID-HOWTO.html

  ·  http://metalab.unc.edu/mdw/HOWTO/Software-RAID-HOWTO.html

  RAID op linas.org:

  ·  http://linas.org/linux/raid.html

  10.3.  Redundant networking

  IP Address Takeover (IPAT). Wanneer een netwerkadapterkaart in gebreke
  blijft, zou zijn IP-adres door een werkende netwerkkaart in dezelfde
  node of in een andere node moeten worden overgenomen.  MAC Address
  Takeover: wanneer de overname van een IP plaatsvindt, moet er voor
  worden gezorgd dat alle nodes in het netwerk hun ARP caches bijwerken
  (de mapping tussen IP en MAC adressen).

  Zie de High-Availability HOWTO voor meer details:
  http://metalab.unc.edu/pub/Linux/ALPHA/linux-ha/High-Availability-
  HOWTO.html

  11.  Informatiebronnen

  Als je onder Linux netwerkproblemen ondervindt, e-mail de vragen dan
  alsjeblieft niet naar mij. Ik heb gewoon geen tijd om ze te
  beantwoorden.  Je maakt een grotere kans om hulp te verkrijgen als je
  een vraag post in de nieuwsgroep comp.os.linux.networking newsgroup
  (die je kunt benaderen via http://www.dejanews.com). Zorg dat je eerst
  de relevante informatie leest, voordat je naar deze lijst post.
  Doorzoek dan het nieuwsarchief, omdat de kans bestaat dat iemand
  anders ooit dezelfde vraag heeft gesteld (en deze door iemand is
  beantwoord).  Leg bij het posten alle genomen stappen uit en de
  foutmeldingen die je daarbij kreeg. Waar je meer informatie vandaan
  kunt halen:

  ·  Linux: http://www.linux.org

  ·  Linux Documentatie Project: http://metalab.unc.edu/mdw/linux.html
     (bekijk de Linux Network Administrator Guide)

  ·  Freshmeat: De laatste releases van Linux Software.
     http://www.freshmeat.net

  ·  Linux links: http://www.linuxlinks.com/Networking/

  12.  Document historie


  ·  0.32 Veel links bijgewerkt die zijn gewijzigd. Met dank in het
     bijzonder aan Kontiki <mailto:kontiki@lares.dtui.ne.jp> voor zijn
     zorgvuldige voorbeschouwing en gedetailleerde beschrijving van wat
     er moest worden gewijzigd. Veel dank ook aan Anne
     <mailto:annabell@ixos.de> en Mathias <hessler@isdn4linux.de> die me
     wezen op andere links die niet langer geldig waren.

  ·  0.31 (17 sept 1999) Adres van linux router project gewijzigd (met
     dank aan John Ellis) en een andere PPTP link toegevoegd (met dank
     aan Benjamin Smith)

  ·  0.30 (6 april 1999)  Sectie over CODA opgenomen (met dank aan
     Brian Ristuccia <mailto:brianr@osiris.978.org>

  ·  0.2-0.29 Bugfixes  :-)  (zie erkenningen, aan het einde van dit
     document)

  ·  0.1 (5 juni 1998)

  13.  Erkenningen en disclaimer

  Dit document is gebaseerd op het werk van vele andere mensen die het
  mogelijk hebben gemaakt tot wat Linux nu is: één van de beste netwerk
  besturingssystemen. Alle krediet komt hun toe. Er is veel moeite
  genomen dit document zo simpel maar accuraat en compleet mogelijk te
  houden, maar niet overdreven lang. Niettemin, wordt er onder geen
  enkele omstandigheid door de auteur aansprakelijkheid aanvaardt.
  Gebruik de informatie in dit document op eigen risico. Mail me gerust
  je suggesties, correcties of algemene opmerkingen over het document
  zodat ik het kan verbeteren.  In toekomstige versies van dit document
  zullen waarschijnlijk onderwerpen worden opgenomen, zoals radius,
  web/ftp mirroring tools zoals wget, traffic analyzers, CORBA... en
  vele anderen die mogelijk worden gevraagd of van toepassing zijn. Je
  kunt me bereiken via daniel@rawbyte.com.

  Tenslotte zou ik  Finnbjorn av Teigum, Cesar Kant, Mathieu Arnold en
  in het bijzonder Hisakuni Nogami en Phil Garcia willen bedanken voor
  hun zorgvuldige voorbeschouwingen en opmerkingen over deze HOWTO.  Hun
  hulp wordt enorm gewaardeerd.

  Je kunt een versie van dit document aantreffen op
  http://www.rawbyte.com/lno/ <http://www.rawbyte.com/lno>.

  Daniel Lopez Ridruejo  8 juli 2000